Deel artikel

kunst

Onderweg met sofareiziger Rinus Van de Velde

Door Ian Mundell, vertaald door Noor de Bruijn
2 maart 2022 5 min. leestijd

Rinus Van de Velde brengt een selectie van zijn nieuwste werk op de spraakmakende tentoonstelling Inner Travels in Bozar in Brussel.

Het eerste kunstwerk op Inner Travels is een trein. Het ziet eruit als een gewone elektrische trein, het soort dat stopt in elke voorstad tussen bijvoorbeeld Brussel en Leuven, waar Van de Velde in 1983 is geboren. Je ziet de trein frontaal, gevangen in zijn koplampen, die door een zuilengang naar de tentoonstellingshal schijnen.

Dit is Prop, Train (2021), een levensgrote creatie gemaakt van karton, hout en andere materialen. Het ziet er uiterst realistisch uit, de enige weggever is het plastic voor de ramen dat zachtjes beweegt wanneer iemand instapt. In de trein ligt afval in prullenbakken, sigarettenpeuken in asbakken, een jas van schapenvacht en een Walkman op één van de lege stoelen.

Prop, Train is zowel een sleutel tot de tentoonstelling als een enorm dwaalspoor. Allereerst behandelen we het bedrog: Inner Travels maakt deel uit van Europalia, een kunstenfestival dat om de twee jaar in België plaatsvindt. Meestal wordt op één land gefocust, maar voor deze editie hebben de organisatoren het bredere thema van Trains & Tracks gekozen. Het lijkt erop dat Prop, Train gerealiseerd werd voor de tentoonstelling, en het vinkt het thematische hokje zo resoluut aan dat het niet nodig lijkt om hierop terug te komen. Het enige andere verband met het spoorwegnet is een grote tekening van twee volwassen mannen die op de grond liggen te spelen met modeltreintjes.

Dit is de stijl die de meeste mensen associëren met Van de Velde: grote figuratieve tekeningen in houtskool, elk met een raadselachtige handgeschreven tekst aan de onderkant van het papier. In dit werk uit 2010, het oudste kunstwerk op de tentoonstelling, luidt de tekst: Everyone who reproduces that which drives him to creation with directness and authenticity belongs to us (Iedereen die datgene wat hem drijft tot creatie met directheid en authenticiteit reproduceert, is van ons.) De tekening maakt deel uit van een serie die een vriendschap verbeeldt tussen Van de Velde en de Sovjetkunstenaar Vladimir Majakovski, hoewel de tekst van de Duitse expressionistische schilder Ernst Ludwig Kirchner blijkt te zijn.

Ook typisch voor Van de Velde is de ingebeelde autobiografie, zijn manier om te ontsnappen aan de eentonigheid van het echte leven en om zijn relatie te ontdekken met de kunstwereld, geschiedenis of zo’n beetje alles buiten zijn atelier, waar hij zijn meeste tijd doorbrengt. Zijn status als denkbeeldige reiziger wordt ook door de curatoren van Inner Travels ingeroepen als een verdere link naar het thema Train & Tracks.

Prop, Train is een sleutel tot de tentoonstelling omdat het ons in staat stelt fysiek in de wereld van Van de Velde te stappen, een door-het-kijkglas moment dat op het eerste gezicht eigenaardig lijkt, maar later loont. Terwijl je door de tentoonstelling loopt, kom je andere rekwisieten tegen: een kartonnen rugzak, een auto op ware grootte, de elementen van een jungletafereel met vliegtuigwrakken en ten slotte een machine die de hele kamer vult. Het doet allemaal vreemd aan, totdat je La Ruta Natural (2019-21) ziet, een film van dertien minuten waarin de meeste van deze rekwisieten gebruikt worden.

In de film beweegt een man met een rubberen Rinus Van de Velde-masker door een reeks scènes die met elkaar verbonden zijn door een soort droomlogica waarmee je door tv-schermen heen kan stappen en valluiken kan ontgrendelen met een wortel. Hij bestuurt de auto, zowel het rekwisiet op ware grootte als een miniatuur, op een modelberg die ook onderdeel is van de tentoonstelling. En hij gebruikt de grote machine om een taak uit te voeren. De film is speels, op een David Lynch, neo-noirachtige manier, en voelt aan als een verlengstuk van de tekeningen van Van de Velde. Dat is niet zo verwonderlijk, als je weet dat de tekeningen vaak gebaseerd zijn op foto’s die genomen zijn op sets uit het atelier van Van de Velde.

Maar als je teruggaat om de rekwisieten te bekijken, gebeurt er iets interessants. De kamervullende machine, die er nogal generiek uitzag en geen duidelijk doel had toen je hem voor het eerst zag, krijgt plots een betekenis. Het effect is ongewoon intens en echoot het moment aan de start van de tentoonstelling toen je aan boord ging van de nagebouwde trein. Door gewoon aan boord te stappen, creëer je het begin van een verhaal, net genoeg om het rekwisiet betekenis te geven.

Deze verandering in perceptie is een veel interessantere ervaring dan het hoofddoel van de tentoonstelling, Van de Veldes werk koppelt aan verschillende “reisgenoten”, kunstenaars waarnaar hij verwijst in zijn tekeningen, assemblages en keramische diorama’s. Het grote zelfportret I’m the armchair voyager (2020) bijvoorbeeld, ontleent zijn tekst aan de Amerikaanse kunstenaar Joseph Cornell, en wordt daarom gekoppeld aan één van Cornell’s “schaduwdozen”, een kleine vitrine gevuld met gevonden voorwerpen en knipsels uit tijdschriften. Op dezelfde wijze worden de kleurtekeningen van Van de Velde die op humoristische wijze zijn gevoelens over de plein-air-schilderkunst verkennen, geflankeerd door het werk van Claude Monet en Pierre Bonnard. En ga zo maar door.

Deze benadering is niet erg bevredigend en gaat mijns inziens voorbij aan één van de sterkste punten van Van de Veldes werk, namelijk dat zijn beelden op zichzelf staan. Hij reikt niet naar de kunstgeschiedenis, maar trekt haar naar binnen. Wanneer hij een sterke verwijzing naar een andere kunstenaar wil maken, dan doet hij dat, en het staat op het papier. He has been drifting around… (2021), bijvoorbeeld, is een virtuele kopie van Rembrandts vroege zelfportret met zijn gezicht in de schaduw. Dit werk heeft geen hulp van buitenaf nodig.

Op andere momenten is de verwijzing meer indirect, zoals in Luckily I didn’t feel much (2019), een kleine kleurpotloodtekening van een man die op een rots staat en uitkijkt over de zee. Een werk dat zowel aanvoelt als Caspar David Friedrich’s Wanderer above the Sea of Fog als een polaroid uit de jaren 60 afkomstig uit een rommelwinkel. Deze relatief recente overstap naar kleur levert overigens enkele van de meest interessante momenten van de tentoonstelling op. En zelfs wanneer de verwijzing te obscuur is of aan je voorbijgaat, kan de mysterieuze combinatie van beeld en tekst in Van de Veldes werk een deur openen, waarachter je innerlijke reizen beginnen.

Rinus Van de Velde in Bozar, nog tot 15 mei 2022.

Bij de tentoonstelling verschijnt een drietalig boek, uitgegeven door Hannibal Books.

Ian Mundell

Ian Mundell

journalist

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [000000000000299f0000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)