Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Nazif Lopulissa vertelt met textiel en bleek een verzwegen verhaal
0 Reacties
Playgrounds (2017), Kunsthal Light#18 © Kunsthal Rotterdam
Playgrounds (2017), Kunsthal Light#18 © Kunsthal Rotterdam Playgrounds (2017), Kunsthal Light#18 © Kunsthal Rotterdam
kunst

Nazif Lopulissa vertelt met textiel en bleek een verzwegen verhaal

Nazif Lopulissa maakte naam met speelse, kleurrijke schilderijen. Nu betrekt de Rotterdamse kunstenaar zijn Molukse wortels actiever in zijn werk. Keuzes maakt hij vanuit een verhaal, en een kritische houding.

Nazif Lopulissa (1991) is de moed bij elkaar aan het schrapen om alles flink in de bleek te zetten. Veel van zijn spullen zullen dat namelijk niet overleven. In het midden van zijn atelier liggen twee rechthoeken, waarin je schildersdoeken zou kunnen zien, tegen elkaar aan. Op dat lage plateau ligt een bonte verzameling objecten: een boek over de flora op het Indonesische eiland Ambon, een houten boeddha en een schip gemaakt van kruidnagel, maar ook merchandise van ooit immens populaire Amerikaanse en Japanse tekenfilms.

Die verzameling spullen vormt een zelfportret, merkt Lopulissa op. Hij is het kind van een Molukse en Turkse ouder, geboren en opgegroeid in Nederland. Er ontbreekt alleen nog een actie om alles wat minder letterlijk te maken, maar juist metaforischer: bleek over de fragiele voorwerpen spuiten. Een paar weken na ons gesprek stuurt hij een foto van het uiteindelijke kunstwerk: Avoid words, keep busy (2023).

De schilderkunst opnieuw uitvinden

Lopulissa zette in zijn tienerjaren graffiti. Dat bleek hem bij nader inzien toch te vluchtig. Hij wilde echt een eigen praktijk opbouwen. Daarom vertrok hij naar Rotterdam, om opgeleid te worden tot illustrator. Braaf plaatjes maken bij krantenartikelen trok hem niet zo, dus wilde hij autonoom kunstenaar worden. Maar ja, hoe doe je dat als je niet opgegroeid bent met kunst en er de geschiedenis niet van kent?

Schilder worden, daar had Lopulissa sowieso al enige twijfels bij. Er was al zoveel gedaan in dat medium, hij vroeg zich af wat hij nog kon toevoegen. Bovendien: schilderen, als je het doek hebt opgespannen en de gesso-onderlaag hebt aangebracht, wat dan? Lopulissa zag al voor zich hoe hij het schilderij zou verpesten met een verkeerde zet. Hij begon met vrijwel elk ánder materiaal te werken dat hij maar kon bedenken: onder meer hout, beton en papier.

Gaandeweg kwam hij uit bij het thema van de speeltuin, een ruimte die voor hem stond voor onbegrensde vrijheid. Het onderwerp bood hem ook de kans om spelenderwijs te ontdekken waarvoor hij stond als kunstenaar.

Lopulissa’s gebrek aan achtergrondkennis had een belangrijk voordeel: het zorgde ervoor dat hij onbevangen kon werken én dat kunst voor hem iets essentieel is. Tot zijn voorbeelden rekent hij onder meer Sigmar Polke en Robert Rauschenberg. Vanuit een intrinsieke motivatie konden zij met ingrijpende acties de schilderkunst opnieuw uitvinden. We spreken over Rauschenbergs beroemde Monogram (1955-1959), dat bestaat uit onder meer een opgezette geit en een autoband. Alsof dat niet ‘genoeg’ was, werd het dier ook nog eens beschilderd. Lopulissa vindt dat een prachtig radicale zet: dan maak je je het object echt eigen.

Ruimtelijk, dankzij de naaimachine

Voor Playgrounds (2018), zijn eerste grotere solotentoonstelling, in de Rotterdamse Kunsthal, nam Lopulissa de beeldtaal van de speeltuin als uitgangspunt, voor zowel schilderijen als sculpturen. Taferelen en patronen die aan de werkelijkheid ontleend waren, werden opgestapeld en gecombineerd tot ze aan de abstractie grensden. Drie jaar later volgde zijn eerste museale solo, in CODA (Apeldoorn): Locomotion, vernoemd naar een serie “omgekeerd gemaakte schilderijen” (2021).

Daarvoor beschilderde hij doeken, die hij vervolgens in losse stukken knipte en op weer een andere manier aan elkaar naaide. In combinatie met een kleurverloop geeft dat een speelse, ontregelende indruk. Vaak lopen lijnen net niet door en raken patronen verstoord.

Lopulissa had zijn manier gevonden om schilderijen te maken die nog niet door ontelbare anderen waren gemaakt. Sindsdien vervult de naaimachine een centrale rol in zijn praktijk.

Het gaat hem niet om een perfecte compositie of afwerking. Hij heeft juist een voorkeur voor rafelig textiel. Dat herinnert aan het fysieke maakproces en heeft iets ruimtelijks. Momenteel experimenteert hij met naden die aan de voorkant van het kunstwerk te zien zijn. Dat geeft reliëf, wat Lopulissa omschrijft als een sculpturaal gevoel. Dat vindt hij een interessante spanning: wanneer verandert een plat oppervlak in iets ruimtelijks?

Wanneer verandert een plat oppervlak in iets ruimtelijks? Voor Lopulissa is dat een interessante spanning

Opmerkelijk genoeg maakt hij ook beelden, zoals het collageachtige Meeting you for the first time (2023). De inspiratie vond hij in zijn Molukse grootouders, die altijd in hun ingepakte koffers hadden klaarstaan voor het geval ze gedeporteerd zouden worden.

Molukse wortels

Zeventig jaar geleden kwam Lopulissa’s opa vanuit de Molukken naar Nederland, nadat hij had gevochten voor het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL). Destijds was er nog sprake van de kolonie Nederlands-Indië.

De Molukkers die naar Nederland kwamen, ontdekten op een gegeven moment dat de beloofde terugkeer onmogelijk werd. Onder meer de Nederlandse regering heeft daar lange tijd over gezwegen. Onder de kleinkinderen is nu een groeiende behoefte om die geschiedenis te leren kennen.

Lopulissa merkt dat hij het verhaal onmogelijk níét kan vertellen. Het is op dit moment het enige urgente voor hem. Zijn behoefte om esthetisch werk te maken, zoals zijn bekende kleurrijke schilderijen, neemt af. Dat vindt hij ook spannend, om zijn vertrouwde visuele denkwijze op te geven. Nu wil hij zijn keuzes maken vanuit het verhaal.

Een belangrijk moment in die ontwikkeling was de duotentoonstelling IKAT in 2021, met Jaya Pelupessy in het Museum Maluku (Den Haag), dat zich inzet om het Molukse erfgoed te onderzoeken en te bewaren. Lopulissa besloot zich te verdiepen in de Indonesische weefcultuur. Ikat is een soort geweven textiel, al staat het woord óók voor verbinding.

Ook werd hij in 2023 uitgenodigd voor het Nationaal Glasmuseum in Leerdam, wat uitmondde in de tentoonstelling Sepia Days. Lopulissa had nog nooit met glas gewerkt, maar het museum nodigde hem uit vanwege zijn flexibele omgang met materialen. De fragiliteit van het glas inspireerde hem om daarmee objecten – van een Turks brood tot een Indonesische pandancake – te maken vanuit zijn herinneringen, die immers ook kwetsbaar zijn.

Fysiek en metaforisch

Met materialen en spullen bezig zijn kan een manier zijn om een moment opnieuw te beleven. Dat noemt hij een pure manier van maken: de wereld verkennen vanuit jezelf, vanuit je eigen urgentie. Lopulissa verzamelt objecten waarmee hij een persoonlijke band heeft en die verbonden zijn met herinneringen, zoals die aan zijn Molukse grootouders. Hij begon zich onder meer af te vragen waarom het verhaal over zijn opa en diens lotgenoten nauwelijks verteld werd.

Lopulissa verzamelt objecten waarmee hij een persoonlijke band heeft en die verbonden zijn met herinneringen, zoals die aan zijn Molukse grootouders

Hoe kun je zo’n verzwegen geschiedenis en de omgang daarmee visualiseren? Dat vraagt om conceptuele keuzes, vertelt Lopulissa. Hij wijst op een tweetal grote fotoprints aan de muur: twee keer dezelfde voorstelling op basis van een groep voorwerpen, waarvan een deel zich ook bevindt op dat plateau in het atelier. Hij koos objecten die te maken hebben met de cultuur van zijn grootouders. Die voorwerpen hebben geuren die hij in tijden niet had geroken en het verleden direct weer tot leven brachten, of die hem aanvankelijk nog onbekend waren. Stuk voor stuk geven ze hem de kans om zichzelf te ontdekken.

In een van de twee afbeeldingen heeft hij flinke ingrepen gedaan. Eerst ging hij met bleek over de print, waardoor van de voorwerpen alleen nog witte contouren overblijven – een fotonegatief, als het ware. Over die vormen heeft hij gedeeltelijk lappen textiel genaaid. Een witte vorm had hij ook kunnen weven of schilderen, maar bleek gebruiken geeft een heel andere handeling weer: poetsen.

Door daadwerkelijk objecten te beschadigen – zoals dat zeventig jaar geleden ook gebeurde –, krijgt het kunstwerk een directe en fysieke uitstraling. Tegelijkertijd heeft het iets gelaagds en metaforisch. Het verhaal wordt verzwegen en verborgen, toch wordt het verteld.

Werk van Nazif Lopulissa is momenteel te zien in de tentoonstellingen Net als Escher (Escher in het Paleis, Den Haag) en Ekstasis* (Stedelijk Museum Schiedam).

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.