Nadia de Vries kijkt in ‘Overgave op commando’ met ironische monterheid naar onderdrukking en geweld
Analytische scherpzinnigheid en een lichtvoetige verteltrant gaan probleemloos samen in de tweede roman van Nadia de Vries, een verhaal over klasse, arbeid, uitsluiting en armoede.
“Iedereen die zijn geld verdient met bloed is een tiran! Net zoals alle vliegtuigpiloten tirannen zijn, en alle bankiers, en alle pompstationmedewerkers. Allen zijn medeplichtig aan het systeem! De enige manier om vrij te zijn, is voor jezelf te werken. Of om kunstenaar te zijn.” Voor de jonge vrouw die deze tirade over zich heen krijgt, is zo’n alternatieve levenswandel nooit een reële optie geweest. Ze groeide op in een kustdorp waar er slecht twee carrièrepaden bestonden: de staalfabriek of het distributiecentrum. Na haar verhuizing naar de stad leefde ze enige tijd op straat voordat ze een baan vond in een paardenslagerij en in een woongroep belandde met de zelfgenoegzame linkse yuppen die haar – onbezwaard door enig maatschappelijk bewustzijn – volledig uitkafferen.
Met Overgave op commando schreef Nadia de Vries (1991) een roman over klasse, arbeid, uitsluiting en armoede. Zowel qua opzet als vormgeving is deze tekst ingeschreven in een traditie: net als in Dickens’ literaire aanklacht Oliver Twist (1838) is iedere nieuwe afdeling voorzien van een ouderwetse samenvattende hoofdstuktitel (‘Onze held verhuist naar de stad. Begint een nieuw leven. Verwildert.’). Maar in haar behandeling van de materie en decorkeuze is De Vries uitgesproken hedendaags. Wat dat betreft lijkt zij vooral aan te sluiten bij wat in de VS alt-lit genoemd wordt; een kwalificatie die eerder is toegekend aan schrijvers als Ottessa Moshfegh en Tao Lin of – jonger en vooralsnog onvertaald – Madeline Cash, Jordan Castro en Sophie Kemp. In hun romans wordt de kapitalistische samenleving bezien vanuit totaal vervreemde personages, door wier ogen de wereld van nu precies zo dolgedraaid oogt als zij ten diepste is. Voor wie dit internationale verband wat vergezocht lijkt: De Vries publiceert al zeker tien jaar poëzie in het Engels en is sterk georiënteerd op de Britse en Amerikaanse literaire circuits.

© Zazie Stevens
Hun Nederlandse geestverwante portretteerde in haar debuutroman De bakvis (2022) een jonge vrouw, Distel Nooitgedacht, die het verlies van haar vader tracht te verwerken door via het internet terug in de tijd te gaan en bij wijze van experiment haar oude naaktfoto’s online te gooien – het project mondt uit in totale psychologische ontregeling.
In Overgave op commando verschijnt opnieuw een jongvolwassene met een ongebruikelijke naam (Schelvis) en een opvallende manier van spreken; net als in De Vries’ eersteling is de stijl hier het belangrijkste onderscheidende kenmerk. Die zou getypeerd kunnen worden met een begrip als “ironische monterheid”: in dit proza worden stripboekachtige uitroepen gecombineerd met lichtelijk archaïsche zinswendingen (alsook, noch) en oubollige staande uitdrukkingen (“in het ongewisse laten”, “in de kraag gevat”), om vervolgens op volstrekt illusieloze observaties te botsen.
De beladen vreemdheid van De Vries’ beelden en abrupte registerwisselingen leveren soms spectaculaire miniaturen op, zoals de passage waarin Schelvis spontaan ontslag neemt als serveerster na een aanvaring met een hautaine klant: “Het was een prachtige dag. De taxi’s op de autoweg zongen hun brute aria van remmen en optrekken, de draden boven de trams knetterden als doodstraffen. Niet de mijne: ik leefde! En ik zou tussen niemands kaken eindigen. Nooit meer zou ik iets opruimen voor een hond.”
Waarom zijn alle omstanders zo bereidwillig om de sneue verschoppeling Schelvis een trap na te geven?
De beladen vreemdheid van De Vries’ beelden en abrupte registerwisselingen leveren soms spectaculaire miniaturen op, zoals de passage waarin Schelvis spontaan ontslag neemt als serveerster na een aanvaring met een hautaine klant: “Het was een prachtige dag. De taxi’s op de autoweg zongen hun brute aria van remmen en optrekken, de draden boven de trams knetterden als doodstraffen. Niet de mijne: ik leefde! En ik zou tussen niemands kaken eindigen. Nooit meer zou ik iets opruimen voor een hond.”
Het verhaal dat dit alles bij elkaar moet houden, blijft alleen wat elementair. Deze korte roman valt uiteen in twee delen, die respectievelijk corresponderen met Schelvis’ jeugd in het dorp en haar dooltocht door de stad. Ondanks de chronologische opbouw lijken beide grotendeels te bestaan uit losstaande impressies en gebeurtenissen, die weliswaar bijdragen aan de consistent onheilspellende sfeer en de karaktertekening van de hoofdpersoon, maar geen al te dwingend verloop kennen – de vaak intrigerende fragmenten missen soms het bindmiddel van een plot.
De helften spiegelen elkaar door te culmineren in twee martelscènes, waar Schelvis telkens – doelbewust of ongepland – het slachtoffer van wordt. Het geweld maakt de maatschappelijke onderdrukking van het personage concreet, wijst de lezer erop dat deze positie iemand tot het einde aan toe kan blijven definiëren: “Het litteken op mijn wang voelde ik niet meer, behalve wanneer mensen ernaar keken. Met deze nieuwe wond zou dat waarschijnlijk net zo gaan. Over een jaar zou ik opnieuw onherroepelijk beschadigd worden, en daarna weer, en onderwerping na onderwerping zouden zo de contouren van een mensenleven zichtbaar worden.”

Waarom zijn alle omstanders zo bereidwillig om deze sneue verschoppeling een trap na te geven? Die vraag wordt in de roman niet bevredigend beantwoord. De wreedheid van de daders zou volgens De Vries zijn ingegeven door “wrok”, die zij direct gelijkstelt aan hun “smerige menselijkheid’ – de drang om anderen te pijnigen en de weerloosheid van kwetsbaren te misbruiken, zou dus simpelweg in onze aard liggen. Is dat niet een wat al te beperkte uitleg? Misschien, maar het zou ook een felrealistische weergave kunnen zijn van het perspectief van iemand die al murw gebeukt is door het leven voordat het goed en wel begonnen is.
Nadia de Vries, Overgave op commando, Pluim, Amsterdam, 2025, 159 p.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.