Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Er is geen ontsnappen aan de donkere droomwereld in ‘Mauk’ van Jan Vantoortelboom
0 Reacties
recensie
literatuur

Er is geen ontsnappen aan de donkere droomwereld in ‘Mauk’ van Jan Vantoortelboom

De zesde, bekroonde roman van Jan Vantoortelboom leest als een koortsdroom, waarin er heen en weer wordt geschoven in tijd, realiteit en fantasie, en er maar weinig licht binnenkomt.

“Nu ik hier lig te sterven”, begint hoofdpersonage en verteller Maurice K, afgekort tot Mauk, “heb ik het voorrecht te besluiten dat ik dit alles, dit wat men zo voldaan het leven noemt, had overgeslagen, als ik daartoe de kans had gekregen.” Waarom dit leven liever was overgeslagen, wordt nauwkeurig uiteengezet in de roman Mauk van Jan Vantoortelboom (1975), die voor dit werk de Boekenbon Literatuurprijs 2023 kreeg.

Het wordt al snel voorstelbaar waarom er weinig licht in het leven van Mauk binnenvalt: hij is een eenzame, angstige jongen met een warme, mollige moeder die komt te overlijden als hij twaalf jaar oud is, en een agressieve, wrede vader. Bovendien draagt zijn geboorte een tragedie met zich mee: de broer van zijn vader, nonkel Konrad, was in een hoge boom geklommen om voor de gelegenheid een maretakje te plukken, een mooi idee met een noodlottige afloop. De Mauk op leeftijd, die vanuit zijn sterfbed vertelt, ligt in het oude, verwilderde huisje dat ooit van zijn oom was. Hij heeft het opgeknapt en leidt er een teruggetrokken leven.

De enige die Mauk op zijn sterfbed ziet, zijn de dokter (van wie hij resoluut elke medicatie weigert) en Jenny, een jonge vrouw die hem verzorgt. Jenny blijkt de dochter te zijn van zijn voormalige minnares Carla, misschien wel het enige positieve, liefdevolle contact in zijn leven, dat jammerlijk eindigt wanneer Mauk tijdens een vrijpartij hardhandig in haar nek bijt.

Zo leeft de vader die zijn zoon emotioneel en fysiek mishandelde in Mauk voort en wordt het slachtoffer dader. Naast deze wreedheid heeft Mauk een uitvoerige fantasiewereld van zijn vader geërfd. Vader stond er tijdens zijn jeugd op dat Mauk alle boeken van Karl May las en tot in detail zou onthouden, wat tot overhoringen leidde die kenmerkend zijn voor de relatie tussen vader en zoon: “Wanneer ik geen antwoord vond op een van zijn vragen, dan zei ik dat ik het boek nog een keer ging lezen, beter. Daarna legde hij zijn hand op de map, pakte de kristallen asbak, likte aan zijn duim, ontstak een sigaar en keek me een poos zwijgend aan. Ik herinner me de aandrang om te plassen telkens als hij zo naar me keek.”

De wereld van het Wilde Westen, inclusief cowboys en indianen, wordt een parallelle werkelijkheid om in te vluchten. Pijnlijk genoeg biedt deze ontsnapping geen uitweg van wreedheid en ontbering: er vindt onder meer een lange tocht in een huifkar plaats waarin vader, moeder en Mauk worden geteisterd door honger, kou en overvallen. De fantasie biedt geen vredelievend landschap: ook hier gebeuren nare dingen. Toch stelt Mauk over deze fantasiewereld die zijn vader hem door de strot duwde: “Hij heeft mij met de verhalen van Karl May een wapen gegeven en met dat wapen heb ik hem verslagen en daar ben ik hem dankbaar voor.”

Wat Mauk beter lijkt te helpen, is zijn ingebeelde grote broer Henri, die allerlei moeilijke leegtes vult. Wanneer het voor Mauk te pijnlijk is om zijn blauwe plekken aan zijn vader toe te dichten, kan hij het wijten aan de stoeipartijen met zijn broer. Ook komt Henri voor hem op: hij durft wat Mauk niet durft, zoals zijn moeder beschermen tegen zijn vader, of schooljongens aanvliegen die zijn moeder met een sneeuwbal verwonden.

Terugblikkend van op zijn sterfbed had hoofdpersonage Mauk zijn leven liever overgeslagen

De roman leest als een koortsdroom, waarin er heen en weer wordt geschoven in tijd, realiteit en fantasie: “Ik ga liggen voor de kachel, op de planken van de vloer, en doe mijn ogen dicht: ik liep naar huis en met mijn groene, door moeder gebreide handschoenen wreef ik over de bakstenen van de schoolmuur.” Soepel glijdt Mauk van zijn pijnlijke ziekbed naar een herinnering van vroeger. Langzaam wordt duidelijk hoe Mauk door de tijd van een getraumatiseerd kind in de welbekende dorpsgek veranderde, bij wie de dorpelingen precies weten wat ze moeten doen tijdens zijn “dwalingen”, gaten in de tijd waarin hij zijn huis verlaat en zich niet langer bewust is van zichzelf.

Op suggestieve wijze wordt er een steeds strakker net gespannen om de waarheid: wat is er nu echt gebeurd vroeger? In subtiele taal (een enkele zin, een beeld) lijkt het erop dat zijn vader zijn moeder vermoord heeft en dat Gaston, de plaatselijke jager, nonkel Konrad uit de boom heeft geschoten, vanwege de liefde die Mauks moeder voor Konrad zou koesteren. Bovendien is het de vraag of Mauk niet de eigenlijke vader is van Jenny.

In een boek waarin liefde verboden is (tussen Mauk en Carla, zijn moeder en nonkel Konrad), de sfeer gespannen en de omgeving veelal bedompt en grauw overkomt, komt er inderdaad zo weinig licht binnen dat het voorstelbaar wordt dat Mauk zijn leven liever had overgeslagen. Het geweld dat hij zijn omgeving aandoet (het bijten van Carla, de vingers breken van zijn stervende vader, het aanvliegen van Jenny), maakt de afkeer voor deze verteller compleet.

Daarnaast helpt het niet dat de personages wat eenzijdig overkomen: moeder is warm en mollig, vader is agressief en wreed, Mauk is bang, eenzaam, fantasierijk en later wreed, en daar blijft het bij. Ook zijn er wat onhandige formuleringen te bespeuren, zoals: “Hij stonk, maar ook weer niet” en: “[...] woorden en beelden die rakelings langs me heen scheren, me net niet raken, maar toch wel.” De suggestie die Vantoortelboom in het verhaal weet te leggen, is dan weer mooi, net als de zeldzame wijsheid van jager Gaston, wanneer hij treffend stelt: “Slechte vaders zijn eenzame dromers.”

Prettig vertoeven in de benauwende, donkere droomwereld van Mauk is het niet. De roman komt tot een verbazingwekkend onwelkom einde. De koortsdroom is voorbij en de lezer blijft lichtelijk beduusd achter.

Jan Vantoortelboom, Mauk, Atlas Contact, Amsterdam, 2023, 192 p.

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.