Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Losgehen wie ein Holländer. Het imago van Nederland(s) in andere talen
0 Reacties
© Christine Fourie
© Christine Fourie © Christine Fourie
Het Nederlands en de wereld
taal

Losgehen wie ein Holländer. Het imago van Nederland(s) in andere talen

If you’re not Dutch, you’re not much. Of: If it ain’t Dutch, it ain’t much. Wie wel eens door de VS of Canada heeft gereisd of over Engelstalige websites heeft gesurft, herkent vast die trotse opschriften op bumpers, mokken en T-shirts. Ze verwoorden de visie van Nederlanders of hun afstammelingen. Komt die visie overeen met hoe ándere volkeren aankijken tegen bewoners van de Lage Landen en hun taal? Of is dat beeld genuanceerder?

Om die vragen te beantwoorden kunnen we eens kijken welke uitdrukkingen er in andere talen bestaan met Nederlands, Hollands, Vlaams en Dutch, en welke overdrachtelijke betekenissen die woorden elders hebben gekregen. Welk beeld rijst hieruit op over het imago van Nederland en Nederlands in het buitenland? En is dat imago in alle buitenlanden identiek?

‘Dutch’ in Groot-Brittannië

In de Engelstalige wereld is Dutch een begrip: het komt in een groot aantal uitdrukkingen voor. Die zijn verzameld in twee boeken: Total Dutch van Ton Spruijt uit 1999 en De Dutchionary. Woordenboek van al wat Dutch is van Gaston Dorren uit 2020. Veel van die uitdrukkingen zijn neutraal; zo is een Dutch garden een tuin met bloemperken en waterpartijen, naar Nederlands voorbeeld. Een ander deel is positief of negatief gekleurd, en daaruit kunnen we iets opmaken over het imago van de Lage Landen. Sommige van de uitdrukkingen verwijzen niet naar Nederland maar naar Duitsland; die laten we hier uiteraard weg.

Als we ons beperken tot de bekendste uitdrukkingen met Dutch die nog altijd in gebruik zijn, doemt er een bepaald beeld op – een negatief beeld. Maar dat beeld is voor Groot-Brittannië en de VS niet precies hetzelfde. De Engelsen benadrukken een veronderstelde voorliefde van Nederlanders voor sterkedrank: ze spreken van Dutch couragevoor wat in het Nederlands jenevermoed heet, en van Dutch bargain voor een rijk besprenkelde koopovereenkomst. Nederlanders spreken een onverstaanbaar koeterwaals, double Dutch, en hebben een voorkeur voor dooddoeners: thank God it is no worse geldt als typische Dutch comfort of Dutch consolation, schrale troost. Daarbij hebben ze ook een mentaliteit van better safe than sorry, want tegenwoordig wordt double Dutch ook gebruikt voor het extra veilig vrijen met twee voorbehoedsmiddelen (condoom en pil) tegelijk. Dat Nederlanders volgens de Engelsen niet vies zijn van seks, blijkt uit de benaming Dutch cap voor een pessarium, en Dutch wife voor een kussen of kruik in bed, maar ook voor een sekspop.

De Engelsen nemen bovendien duidelijk afstand van de Nederlanders in de wat geëxalteerde uitdrukkingen if that’s true, then I’m a Dutchman (ik geloof er geen bal van), I’m a Dutchman if I do (over mijn lijk) en If not I’m a Dutchman (echt waar, ik zweer het je).

‘Dutch’ in de VS

Uit Amerikaanse woordenboeken blijkt dat de opvallendste eigenschap van Nederlanders voor Amerikanen hun zuinigheid is. In Amerika zijn dan ook de veelzeggende uitdrukkingen Dutch party, Dutch supper, Dutch treat en to go Dutch ontstaan. Ze betekenen allemaal dat iedereen opdraait voor zijn eigen kosten.

Een tweede karakteristieke eigenschap van de Nederlanders is volgens Amerikanen hun onbeleefdheid: ze zeggen onverbloemd wat bij hen opkomt (they talk like a Dutch uncle), en dat doen ze vaak ook nog in een onbegrijpelijk taaltje (that’s all Dutch to me). Ze maken veel herrie (in het Amerikaanse slang: een Dutch concert of Dutch medley) en maken alles kapot: to dutch is synoniem aan “vernielen”.

Ook wordt lafheid geassocieerd met Nederlanders: to take Dutch leave of to do the Dutch (act) is synoniem aan deserteren, waarbij to do the Dutch ook wordt gebruikt voor de ultieme ontsnapping, namelijk die aan het leven. To get in Dutch wil zeggen “in ongenade of uit de gunst raken”, in het slang ook “in de problemen raken”. Ook minder netjes is de Dutch oven: Britten duiden hiermee gewoon een bakoven aan, maar in het Amerikaans-Engels staat het voor het laten van een windje onder de deken.

Gierigheid, onbeleefdheid en lafheid worden geassocieerd met Nederlanders

Kortom, de opvallendste Nederlandse eigenschappen zijn voor Engelsen drankzucht en losbandigheid, en voor Amerikanen gierigheid, onbeleefdheid, luidruchtigheid en lafheid. Over de Nederlandse taal zijn beiden het eens: onbegrijpelijk gebrabbel. Gelukkig is er ook nog iets positiefs te melden over Nederlanders: die zijn volgens de Amerikanen namelijk niet snel van hun stuk te brengen of uit het veld te slaan: to beat the Dutch betekent “dat is heel verbazingwekkend, dat slaat alles”.

Moderne stereotyperingen: ‘clog wogs’ en ‘wooden’

De Dutch-uitdrukkingen bestaan al langere tijd in het Engels en ze komen voort uit oude concurrentie tussen Engelsen en Nederlanders. Hoe zit dat nu, welk beeld hebben moderne Engelstaligen van Nederland en Nederlands? Om daarachter te komen heb ik in 2019 een enquête gehouden onder een grote groep Nederlandse en Vlaamse emigranten. Eén van de vragen luidde welke moppen of stereotyperingen er in hun nieuwe vestigingsland worden verteld over Nederlanders en Vlamingen.

De antwoorden afkomstig uit de Engelstalige wereld zijn behoorlijk uniform en clichématig, en bevestigen het beeld uit woordenboeken: de meest kenmerkende eigenschap van Nederlanders is hun zuinigheid. Ook veel genoemd worden directheid, onbeleefdheid en arrogantie. Die directheid wordt trouwens ook als positieve eigenschap gezien: “You know where you’re at with the Dutch. They can be bloody rude, but they speak their mind.” In Nieuw-Zeeland zegt men wel: “Dutch are too honest to be polite. Kiwis are too polite to be honest.”

Toch zijn er ook duidelijke verschillen binnen de Engelstalige wereld. Zo worden Nederlandse immigranten in Australië spottend clog wogs genoemd – een rijmwoord gebaseerd op clog (klomp) en wog (buitenlander, immigrant). In dat land worden bovendien woordspelingen gemaakt met dike, dat in het Australisch-Engels wc betekent. Dat geeft een dubbelzinnige betekenis aan de zin “He put his finger in the dike”, zinspelend op het kinderboek over Hansje Brinker die met zijn vinger in de dijk een overstroming tegenhield. Ook zegt men spottend, met dezelfde dubbelzinnigheid: “Nederlanders zwemmen in dikes.”

In Canada heeft de veronderstelde koppigheid van Nederlanders en de associatie met klompen geleid tot originele woordspelingen: “Those Dutch with their wooden shoes, wooden bridges and wooden houses. The problem with them is that they wouldn’t listen” en “Wooden shoes, wooden head, wouldn’t/wooden listen”.

In Groot-Brittannië wordt dit raadseltje opgegeven: “Wat is de gelijkenis tussen een verstandige Hollander en God?” Antwoord: “Niemand heeft ooit een van beide gezien.” Terwijl men in Ierland wel zegt: “Als Nederlanders in Ierland zouden wonen, waren ze allemaal miljonair; als Ieren in Nederland zouden wonen, zouden ze allemaal verdrinken.” Dat verwijst naar de zuinigheid en lengte van Nederlanders.

Hollands en Vlaams

Buiten de Engelstalige wereld hebben de Nederlanders veel minder talige sporen nagelaten. Als we woordenboeken van andere talen bekijken, vinden we nauwelijks uitdrukkingen met Nederlands, Hollands of Vlaams. Wél hebben de woorden Hollands en Vlaams (voor zover ik kan overzien niet Nederlands) soms een specifieke betekenis gekregen voor een voorwerp of dier dat, in ieder geval oorspronkelijk, een bijzondere band had met de Lage Landen. Zo wordt une hollandaise in het Frans gebruikt voor een bepaald soort Hollandse koe, en hollande staat voor Hollandse kaas, doek van fijn Hollands linnen, porselein uit Holland, een appelsoort en vergépapier. Het fijne Hollandse weefsel is ook bekend in het Engels (Holland), Spaans en Portugees (holanda). In het Spaans wordt holanda ook gebruikt voor brandewijn.

In het Duits staat Holländer onder andere voor een papiermaalbak, een bepaald soort kaas en een soort windmolen. Het Deense hollænder is onder meer een Nederlands vaartuig, een machine in een papierfabriek, een broodsoort en een kaassoort. In het Pools duiden holender en holenderka een lakenvelder en een kippensoort aan, een bepaald schaatstype, een Nederlandse molen, een roerbak in de papierfabrieken en een bepaalde dakpan. In het Tsjechisch duidt holand een fijne papiersoort aan, terwijl holanďanka, holandka een kippenras is. In het Russisch is een gollandka een kippensoort, een koeiensoort, een tegelkachel en vroeger ook groene- of boerenkool en een matrozenhemd, terwijl gollander een roerbak in een papierfabriek aanduidde.

Ook Vlaams heeft in enkele talen een overdrachtelijke betekenis gekregen: in Roemeens dialect staat felendreş voor fijne stof uit Vlaanderen, in het Engels is Flanders Vlaamse kant en een Belgisch trekpaard, en in het Litouws staat flandrai voor een konijnensoort, de Vlaamse reus.

De opsomming is zeker niet compleet en sommige woorden en betekenissen zijn verouderd of alleen in dialecten bekend, maar de teneur is duidelijk: Hollands en Vlaams staan voor typisch Hollandse en Vlaamse producten, met name kaas, koeien, kippen en linnen.

In Duits dialect betekent Flämsch “onvriendelijk, boos, grof”

Positieve uitdrukkingen heb ik niet gevonden, wel negatieve en alleen in het Duits en het Russische Bargoens. In het Duits betekent nen Holländer machen “de plaat poetsen”, durchgehen of losgehen wie ein Holländer staat voor “ervandoor gaan” en “zich er handig uit weten te redden”, en in Duits dialect betekent Flämsch “onvriendelijk, boos, grof”. In het Russische Bargoens tot slot staat nesti Gollandiju voor “kletspraatjes debiteren”, eigenlijk “hollandjes vertellen”.

Zuinig, gierig, krenterig en schriel

Nederlandse en Vlaamse emigranten melden dat in álle buitenlanden grapjes worden gemaakt over Nederlandse zuinigheid en gierigheid. Dat imago vinden we van Frankrijk, Duitsland, Griekenland en Hongarije tot in Israël, Marokko, Turkije, Zuid-Afrika, Argentinië en Brazilië. Overal worden raadsels verteld over die zuinige Hollanders. De meest genoemde zijn:

Hoe is koperdraad ontstaan? Door twee Nederlanders die vechten om een muntje.

Hoe kun je 20 Hollanders achter in de auto krijgen? Gooi 10 cent in de kofferbak.

Waaraan zie je dat je in Nederland bent? Er hangt wc-papier te drogen aan de waslijn.

Waarom vertellen Nederlanders Belgenmoppen ? Omdat ze zo goedkoop zijn.

Wanneer zie je een Nederlander hard lopen? Als er een cent over straat rolt.

Waarom heeft een Nederlander zulke grote neusgaten? Lucht is gratis!

Hoe beginnen de meeste recepten in een Nederlands kookboek? Men lene een ei...

Op het Zweedse eiland Tjörn bestaat het spreekwoord Det flyger inga måsar bakom Holländska båtar: “er vliegen nooit meeuwen achter Nederlandse boten” (want die gooien nooit iets overboord). In Italië zegt men dat de Nederlander altijd braccia corte (korte armen) heeft, waardoor hij niet bij zijn portemonnee kan. En in Brazilië wordt een mop verteld van een feestje waarbij iedereen – Amerikaan, Schot, Fransman… – iets meeneemt. De Nederlander neemt geen drank of voedsel mee, maar… een extra gast!

“Wat is de overeenkomst tussen Amsterdam en de Tour de France?” Antwoord: “Allemaal drugsgebruikers op fietsen.”

Ook algemeen zijn grapjes over Nederlandse vrijheden rond seks en drugs. In Portugal kent men het raadsel: “Wat is de overeenkomst tussen Amsterdam en de Tour de France?” Antwoord: “Allemaal drugsgebruikers op fietsen.” Nederlanders zijn overal bekend als kaaskoppen, en in Spanje zegt men tegen Nederlanders dat ze moeten uitkijken om niet te smelten in de Spaanse zon.

Tot zover de overeenkomsten. Maar er bestaan ook duidelijke verschillen: in sommige taalgebieden worden andere Nederlandse eigenschappen benadrukt dan elders.

Gebrek aan verfijning

De Fransen, die zoals bekend veel waarde hechten aan een verfijnde keuken en een modieuze kledingstijl, blijken gechoqueerd door de slechte Nederlandse keuken, door het feit dat Nederlanders op vakantie etenswaren (of meer concreet aardappelen) in hun kofferbak en caravan meenemen, en dat ze witte sokken in sandalen dragen. In Spanje en Portugal wordt met afschuw de Nederlandse gewoonte genoemd om boterhammen (met kaas) als lunch te eten. In Zwitserland bestaat het raadsel: “Kent u dat verhaal van de Nederlandse keuken? Nee? Precies.”

Autorijden en voetbal

De Duitstalige wereld ergert zich vooral aan de Nederlandse rijstijl. Veel moppen en raadsels verwijzen naar de gele kleur van de Nederlandse nummerborden: “Wanneer krijg je een geel nummerbord voor je auto? Als je drie keer gezakt bent voor je rijexamen!” En ook: “Als je eenmaal zakt voor je rijexamen, krijg je een geel nummerbord en wanneer je nog een keer zakt, krijg je een caravan achter je auto.”

Die gele nummerborden zijn ook in Spanje legendarisch. Men spreekt er van lava amarilla of “gele lava”: traag stromende gele lava wel te verstaan, als verwijzing naar de gele nummerborden die ’s zomers de wegen bevolken en zich als enige aan de maximumsnelheid houden en daardoor het verkeer ophouden.

Terug naar Duitsland. Daar zegt men dat voor iedere file een Nederlander met een caravan rijdt, en dat Nederlanders altijd op de linkerrijstrook van de Autobahn rijden. Vandaar het raadsel: “Wat betekent NL?” Antwoord: “Nur Links”.

In internationale voetbalcompetities zijn Nederland en Duitsland van oudsher belangrijke concurrenten en Angstgegner. Om die angst te bedwingen worden in beide landen allerlei grappen verzonnen. Het legendarische Nederlandse verlies in 1974 heeft in Duitsland bovendien tot de nodige Schadenfreude geleid. Vandaar een raadseltje als: “Wat doet een Nederlander nadat zijn voetbalteam het WK heeft gewonnen? Hij zet zijn Playstation uit en gaat naar bed.” De overeenkomst in kleur (oranje) tussen het shirt van het Nederlands elftal en de vuilnisbakken in Berlijn inspireerde de Duitse schlagerzanger Mickie Krause in 2008 tot de meezinger ‘Orange trägt nur die Müllabfuhr’ ofwel “Oranje zorgt alleen voor het vuilnisophalen”.

Tot slot maken Duitsers graag grapjes over een van de belangrijkste Nederlandse exportproducten naar Duitsland, kastomaten, die te hard, te bleek en vooral te waterig zijn, vandaar het raadsel: “Wat is het verschil tussen Jezus en een Hollander?” Antwoord: “Jezus heeft water veranderd in wijn, Hollanders veranderen water in tomaten.” En verder wordt natuurlijk nogal eens de overigens apocriefe uitspraak van de Duitse dichter Heinrich Heine aangehaald om de vermeende traagheid van Nederlanders te bespotten: “Als de wereld vergaat, ga dan naar Nederland, daar gebeurt alles vijftig jaar later.”

Een keelziekte

In de Scandinavische talen valt het Nederlands vooral op door zijn klank. Er worden allerlei grapjes gemaakt over de vele g- en r-klanken, Nederlands zou klinken als een keelziekte en wordt geïmiteerd met veel chagachagocho, en men zegt wel spottend: “Ik ben niet bezeten door de duivel, ik spreek slechts Nederlands.”

In Denemarken bestaat sinds 2004 het satirische tv-programma Drengene fra Angora (de jongens van Angora). Het zeer populaire programma bevat onder andere sketches van een team amateurwielrenners, Team Easy On. Een van die renners is Pim de Keysergracht, die geen Deens maar Engels spreekt met een opvallend harde g – waar zijn naam zich ook goed voor leent. Hij voldoet aan alle vooroordelen over Nederlanders: hij is opgegroeid op de Amsterdamse wallen, zijn moeder is prostituee, hij heeft blauw haar, is biseksueel en gebruikt drugs en doping. Aan Pim de Keysergracht hebben Nederlandse toeristen in Denemarken het karikatuur van een Nederlandse wietrokende wielertoerist te danken.

Goedmoedig

Uit de voorbeelden blijkt dat er geen eenduidig beeld van Nederland en Nederlands in het buitenland bestaat; alleen over de Nederlandse schrieperigheid heerst consensus. Dat het beeld per taal verschilt, komt natuurlijk doordat de Nederlandse eigenaardigheden in verschillende landen op een andere manier worden gewogen: in Bourgondische landen als Frankrijk valt de Nederlandse keuken uit de toon, in een land als Duitsland, waar op de autobaan flink wordt doorgereden, kijkt men op van de voorzichtige Nederlandse rijstijl. Zo zeggen de grapjes en stereotyperingen meer over ándere landen dan over Nederland.

Positieve uitdrukkingen zijn zwaar in de minderheid, maar de negatieve opmerkingen zijn niet meer dan goedmoedige plaagstootjes

Positieve uitdrukkingen zijn zwaar in de minderheid, maar de negatieve opmerkingen zijn niet meer dan goedmoedige plaagstootjes, die bovendien soms worden gecombineerd met bewondering voor de efficiëntie en het harde werken van Nederlanders. Zo meldt een Nederlandse immigrant in Denemarken dat daar wel wordt gezegd dat Nederlanders nooit slapen, of met hun klompen (!) in bed liggen, dan hoeven ze zich niet aan te kleden en kunnen nog harder werken.

Het imago van Belgen blijkt overigens minder slecht dan dat van Nederlanders. Zo hoorde iemand in Oostenrijk zeggen: “Met een Belg niets aan de hand, met een Hollander niets in de hand.” En in Zweden hoorde een emigrant het, overigens niet originele, raadsel: “Wat is het verschil tussen Nederlanders en Belgen?” Antwoord: “Zet twee Belgen bij elkaar en je hebt een feestje, zet twee Nederlanders bij elkaar en je hebt een werkgroep.”

Dit artikel is gerealiseerd met steun van de Taalunie.
Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.