Op de schilderijen van Eline Vansteenkiste wil je inzoomen en nog meer inzoomen
In haar schilderijen op hout ontvouwt zich een kosmos van verhalen en beelden, geënt op alles van klassieke mythes tot de meesters van de kunstgeschiedenis. Je moet wel haast met je neus tegen de panelen gaan staan.
Wie opgroeit in Gent kan niet om het Lam Gods van de gebroeders Hubert en Jan van Eyck heen. Ook in het leven van Eline Vansteenkiste keerde het veelluik op verschillende momenten terug. “Als kind vond ik het indrukwekkend”, herinnert ze zich. “Ik weet nog dat we er met de klas naar gingen kijken. Toen ze de luiken handmatig openden, wist ik niet wat ik zag. Later las ik over het ontstaan en vielen me andere dingen op: hoe de gebroeders Van Eyck verschillende elementen samenbrengen, bijvoorbeeld. Je denkt op de achtergrond Gent te zien, maar ze voegden er ook planten van andere plekken op aarde aan toe. Zo ontstaat een zelf uitgevonden wereld. Als kind begreep ik het niet, later dacht ik: ‘Wow, geniaal!’”
Zelf een universum uitvinden is wat Vansteenkiste zelf het liefste doet. “Als kind heb je hele fantasiewerelden in je hoofd – nu eens speel je een piraat, dan weer een amazone. Dat doe ik nu nog steeds in mijn schilderijen.” In die landschappen met frisgroene heuvels en de zee binnen handbereik laat ze haar personages op verkenning gaan of conflicten najagen. “Ik schep een herkenbare, schijnbaar bestaande plek – bijvoorbeeld met bekende boomsoorten – die toch volledig uitgevonden is. Het doet me denken aan Alexander von Humboldt, die ook niet naar de top van de hoge bergen in de Andes ging, maar ergens halverwege halt hield. Hij was ver genoeg geraakt om het uitzicht te bekijken en de planten in kaart te brengen. De rest van de berg vulde hij in zijn hoofd aan.”

© Tim Van Laere Gallery, Antwerp-Rome
“Het is ook hoe Mercator wereldkaarten maakte, vanuit zijn stoel”, gaat ze verder. “Wij gebruiken die kaarten nog steeds, terwijl hij ze vanuit zijn studeerkamer met archiefmateriaal heeft samengesteld, zonder naar buiten te gaan. Dat is toch fantastisch: een wereld kunnen scheppen waarop we ons nu nog altijd baseren! Hij dacht trouwens ook dat er aan de boven- en onderkant van de aardbol een eiland was om de zee tegen te houden, omdat die anders zou wegvloeien. Van zulke absurde verhalen word ik blij. Ik wil dat ook: vertrekkend vanuit de realiteit een eigen wereld scheppen.”
Miniatuurwerelden
Vansteenkiste toonde haar kosmologieën onlangs voor het eerst aan het publiek, tijdens een solo-expo in Tim Van Laere Gallery in Antwerpen. Eerst nam ze tien jaar de tijd om de vorm van haar oeuvre te bepalen. Na de Sint-Lucas Kunsthumaniora en een master in de Vrije Beeldende Kunsten aan LUCA School of Arts besloot ze om zichzelf eerst de tijd te gunnen om te zoeken. “Tijdens je studies probeer je zo veel mogelijk uit en leer je van elkaars werk. Maar toen ik afstudeerde, wilde ik niet meteen de druk voelen om opgepikt te worden”, legt ze uit. “Ik denk dat het goed is om je beeldtaal nog verder te ontwikkelen. Ik wilde eerst zelf weten waar mijn werk over ging en daar helemaal achterstaan voor ik ermee naar buiten trad. Je moet je die vrijheid wel toe-eigenen.”
“Ik deed dat door allerlei jobs te combineren en de vrije momenten in mijn atelier door te brengen. ’s Ochtends begon ik meteen te schilderen, dan ging ik werken, waarna ik weer naar het atelier ging, tot wel twaalf uur ’s nachts.”

© Tim Van Laere Gallery, Antwerp-Rome
Het werk van vele jaren eindelijk zien samenkomen, is extra bijzonder. De expo is daarmee ook een soort retrospectie, die een evolutie blootlegt. Zo maakte ze aanvankelijk ruwere schilderijen, tot ze het plezier van een fijnere penseel ontdekte en gedetailleerder begon te werken. “Ik schep graag miniatuurwerelden, bevolkt met kleine personages. De subtiele lijnen laten een veelheid toe, waardoor ik meerdere scènes in een werk kan verweven.”
Het intieme formaat nodigt de toeschouwer uit om dichterbij te komen. “Het heeft een omgekeerd effect: als grotere personages het doek innemen, is er een afstand nodig om ze in hun volledigheid te zien. Bij mijn schilderijen denk je van ver: wat gebeurt er daar? Pas als je dichterbij komt, onthullen de scènes en personages zich echt. Door in te zoomen worden mijn werelden groter in plaats van kleiner.”
Horror en scifi
Elke dag voedt Vansteenkiste zich met beelden, via de krant, een boek over kunstgeschiedenis, een mythe of een horror- of westernfilm. Die input heeft ze nodig om haar werk op te bouwen. “Een figuur uit de hel van Jheronimus Bosch of landschappen van de gebroeders Van Eyck kan ik zo geniaal vinden dat ik meteen in mijn eigen wereld wil kruipen om erop verder te bouwen. Niet alleen verhalen en kunstwerken uit de middeleeuwen of renaissance inspireren me, ook films uit jaren zeventig kunnen dat. Zo maakte ik een werk gebaseerd op The Giant Spider Invasion, een horror/scififilm waarin de wereld op een apocalyptische manier wordt overgenomen door spinnen. De filmtechniek en de monsterachtige figuren vind ik fantastisch.”

© Tim Van Laere Gallery, Antwerp-Rome
Het liefst brengt Vansteenkiste verschillende referenties samen in een werk. “Dan lees ik verhalen over grafheuvels uit de prehistorie, die men later in verband bracht met folkloristische figuren als de Witte Wieven – mysterieuze vrouwen in het wit die in moerassen, heidevelden en grafheuvels verdwijnen. Die beelden roepen bij mij dan weer een link op met de bacchanten van Dionysus, die beschreven worden als uitgelaten vrouwen die over de heuvels rennen. Met elementen uit al die verhalen bouw ik een nieuwe wereld op.”
Berg wordt vulkaan
Bij voorkeur schildert Vansteenkiste op hout. Het geeft haar de vrijheid om zelf de vorm van haar paneel te bepalen. Ook de ondergrond spreekt haar aan: de nerven en structuur van het hout worden deel van het landschap in haar werk. “Mijn creatieproces begint bij de houthandelaar, waar ik de planken uitkies. Daarna prepareer ik het hout, waardoor ik al een relatie met het materiaal opbouw en de vorm leer kennen. De borstellijnen van de ondergrond beïnvloeden de verflagen die daarop komen, en ze blijven subtiel zichtbaar.”

© Tim Van Laere Gallery, Antwerp-Rome
Voor de volgende lagen werkt Vansteenkiste met olieverf. Tijdens het langzame droogproces gunt ze zichzelf opnieuw de tijd om na te denken en niet impulsief te werk te gaan. Toch geeft het niet als ze later iets wil aanpassen, ze kan er altijd overheen schilderen. “Dat gebeurt regelmatig, want ik maak vooraf geen schetsen”, legt ze uit. “Ik vertrek vanuit een beeld, getriggerd door iets dat ik gezien of gelezen heb. Vandaaruit werk ik verder naar wat het schilderij nodig heeft. In plaats van vooraf van alles uit te denken, doe ik dat tijdens schilderen zelf. Het is niet ongewoon dat een werk een jaar in mijn atelier staat, waarna ik nog iets aanpas. Zo kan een berg gaandeweg transformeren tot een vulkaan als dat de dynamiek ten goede komt.”
Zelfportretten
Die dynamiek komt sterk naar voren in Vansteenkistes schilderijen, die haast lijken te bewegen. De landschappen zijn kleine cinematografische werelden, waarin de verschillende scènes van een verhaal zich ontvouwen terwijl je blik over het werk glijdt. Als schilder is zij de regisseur van al die verhalen. “Ik speel met de personages alsof het speelgoedfiguurtjes zijn, en geniet ervan om hen te laten ronddolen of met een speer te laten vechten”, zegt ze. “Door de personages te beschouwen als gezichtsloze zelfportretten kom ik nog dichter bij het werk te staan, wat de verbeelding makkelijker maakt.”
Sinds twee jaar wijdt ze zich volledig aan haar kunstenaarschap, maar haar speelsheid en experimenteerdrang zijn er niet minder op geworden. “Ik heb nog steeds alle vrijheid om mijn eigen artistieke pad te volgen.” Elke dag in haar atelier mogen werken: het is wat ze het liefste doet. “Daar vergeet ik de tijd en ben ik de gelukkigste mens. Als ik er toch een dag niet ben, wil ik op zijn minst een museum bezoeken. Mijn vrienden weten dat ook. Ik kan geen dag níét met kunst bezig zijn.”
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.