Deel artikel

Lees de hele reeks
kunst

Geloofsgeschiedenis en actualiteit komen samen in het Luther Museum

14 juni 2024 5 min. leestijd Museumgids

Maarten Luther, de grondlegger van het protestantisme, kreeg veel navolging in Amsterdam. Het ontstaansverhaal van Luthers Nederland komt tot leven in een fraai museum, ondergebracht in een monumentaal pand uit 1772 dat ooit onderdak bood aan Lutherse armen, ouderen en wezen in de stad.

’s Zondags middags: wittebroodzop, ’s avonds bier en brood. ’s Maandags middags: graauwe erwten, ’s avonds karnemelk. Enzovoorts, enzovoorts, tot het menu van alle weekdagen compleet is. Het staat geschreven op de muur van de zaal waar in 1772 het betreffende voedsel werd opgediend. Als je ogen langs de opsomming gaan, hoor je bijna het zwijgzame kauwen en slurpen van de oude mannen en vrouwen die tweemaal daags in deze ruimte hun maaltijd genoten en op zondag hier de mis bijwoonden. Tegenwoordig vormt de kerkzaal het hart van het Luther Museum, waar het achttiende-eeuwse orgel herinnert aan vroegere tijden.

Het Luther Museum is een van de nog onontdekte parels van museaal Amsterdam. Het ligt in een verstild stukje stad, ingeklemd tussen de Hortus, dierentuin Artis en de gebouwen van de Universiteit van Amsterdam. Zelfs tijdens de tumultueuze pro-Palestijnse studentenbetogingen hing hier een serene rust.

Het Luther Museum werd geopend in de zomer van 2019, maar moest nog geen jaar later de deuren sluiten toen het samen met het land in lockdown ging. Dat verklaart de relatieve naamsonbekendheid. Pas in 2023 draaide de instelling een regulier jaar. Toen wisten 6500 bezoekers het monumentale pand aan de Nieuwe Keizersgracht te vinden. Zo’n aantal is peanuts voor het eveneens recent geopende Verzetsmuseum of Nationaal Holocaustmuseum, maar de naam Luther doet in deze ontkerkelijkte tijden bij de gemiddelde bezoeker waarschijnlijk minder bellen rinkelen dan de Tweede Wereldoorlog.

De Lutherse gemeenschap in Nederland telt tegenwoordig slechts tussen de acht- en tienduizend leden. Het aantal volgelingen van de predikant die in 1517 zijn 95 anti-Roomse stellingen aan de kerkdeuren van Wittenberg spijkerde en daarmee de basis legde voor het protestantisme, was ooit veel groter. Vooral Amsterdam was een populaire uitwijkplek voor Lutheranen uit Duitsland en Scandinavië. In de zeventiende eeuw was zelfs een vijfde van de stadsbevolking Luthers.

Van armenhuis naar museum

Behalve bestuursleden van de Verenigde Oost-Indische Compagnie en West-Indische Compagnie, telde de kerk ook veel arme leden. Voor hen werd het Evangelisch-Luthers Diaconie Oude Mannen- en Vrouwenhuis gebouwd. Doordat de gemeente een braakliggend stuk stadsuitbreiding beschikbaar stelde, kon extra groot worden uitgepakt. Als teken van dankbaarheid rustte bouwmeester Coenraad Hoeneker de kerkzaal uit met een ornamentele ‘burgemeesterspoort’, waar de wapens van vier burgemeestersfamilies uit die tijd in te herkennen zijn, in combinatie met de zwaan, het alom aanwezige symbool van de Lutherse gemeenschap.

In 1769 namen de eerste vijfhonderd hulpbehoevenden hun intrek. Mannen en vrouwen leefden gescheiden en werkten als respectievelijk timmerlui en naaisters. Later werden hier ook wezen opgevangen. Tot 1967 was het tehuis enkel bestemd voor leden van de Lutherse kerk, daarna kon iedereen er terecht. Ruim een halve eeuw later vertrokken de laatste ouden van dagen en werd een begin gemaakt met de omvorming tot museum. De achterste helft van het gebouw is verbouwd tot long stay hotel, waarvan de opbrengsten naar de diaconie en voor een klein deel naar het museum vloeien.

Er verblijven hier vaak internationale gasten van culturele instellingen in de buurt, zoals onlangs Ellen Reid die door het museum werd uitgenodigd in de kerkzaal te componeren. Daarbij kon ze gebruik maken van het orgel en de historische vleugelpiano uit de Collectie Geelvinck. Die instrumenten worden ook ingezet bij de Bachweek en optredens van conservatoriumstudenten. Voor die evenementen worden kaartjes verkocht, maar voor bijvoorbeeld de recente ‘ontmoetingslunch voor buurtbewoners, studenten en nieuwe Amsterdammers’ worden de deuren kosteloos geopend.

Donkere geschiedenis

Hulpvaardigheid, zorg en solidariteit zijn Lutherse waarden waar gebouw en programmering van doordrenkt zijn. Terwijl er in het hele gebouw maar één afbeelding te vinden is van Christus – kijkend vanuit de wolken op een schilderij dat een kopie is van Rubens Bekering van Saulus – is de grote inspirator alom aanwezig. In de kerkzaal is de ereplaats ingericht voor een schilderij dat het proces in Worms toont, waar Luther weigerde zijn kritiek op de paus in te slikken en werd hij door keizer Karel V als ketter werd bestempeld.

Ook in de herenregentenkamer rechts van de ingang is het Luther wat de klok slaat. Het dodenmasker en afgietsels van zijn handen zijn een beetje creepy, maar een groot schilderij toont de theoloog als vriendelijke familieman die de luit bespeelt voor zijn kroost. Topstuk in deze ruimte is de Ruysdael met de bekering van de kamerling als onderwerp. Met dit verhaal uit Handelingen der Apostelen over de kamerheer van de Ethiopische koningin benadrukte de kunstenaar dat het Christendom geen exclusief Europese maar een universele religie is

Dat in naam van datzelfde Christendom miljoenen Afrikanen onderdrukt, verhandeld en vermoord zijn – misdaden waar ook Lutheranen zich schuldig hebben gemaakt – wordt hier niet onder het tapijt geveegd. Die donkere bladzijden uit de geschiedenis kwamen volop aan bod in de tentoonstelling Kerken en Slavernij, een van de eerste exposities die het museum organiseerde. Voor die gelegenheid maakte Nelson Carillho een huiveringwekkend beeld dat nu pal onder de Ruysdael is geplaatst. Een Afrikaans figuur staat met grote spijkers aan de grond genageld, het lichaam is verminkt en er is een kruis van boven in het hoofd geramd.

Geheime trap

Zo’n zelfbewust hedendaags accent komt extra heftig binnen door het contrast met het opvallend rijkversierde interieur van de kamer. Hier regelden de regenten bestuurs- en geldzaken – reden om de ruimte af te sluiten met een dubbele deur zodat er niet kon worden afgeluisterd. In de privacy van hun vergaderzaal werd regelmatig ook stevig gedronken. Als de bestuurders het erg bont hadden gemaakt, namen ze een geheime trap naar de tuin, zodat bewoners van het armenhuis hen niet zagen. Voor de sloebers gold namelijk een strikt alcoholverbod dat met strenge straffen werd nageleefd.

De hypocriete sluiproute bevindt zich in de kamer waar vroeger het linnen werd bewaard en tegenwoordig de zilvercollectie. De laatste van de drie geschakelde kamers was gereserveerd voor de damesregenten. Dat die ruimte even groot is als de mannelijke pendant zegt iets over het egalitarisme in de Lutherse kerk. Het armenhuis had op een gegeven moment zelfs een gemengd bestuur, waar een groot groepsportret van getuigt. Uiterst links staat Georgine Schwartze afgebeeld, de beroemde portrettist en zus van de minstens zo bekende Thérèse. Haar eveneens schilderende vader is altijd in de schaduw van zijn dochters gebleven, maar komend najaar zet het Luther Museum hem in de spotlights.

Maatschappelijk relevante exposities

Dit soort kunsthistorische tentoonstellingen worden afgewisseld met presentaties rond maatschappelijk relevante thema’s. Zeer indrukwekkend was de expositie Welkom in Nederland?, dat het verhaal vertelde van 789 Lutheranen die in 1732 uit Salzburg werden verdreven. Op uitnodiging van de Staten-Generaal reisden ze naar Nederland, waar ze werden gedropt in een uithoek van Zeeland en aan hun lot werden overgelaten. Het kost weinig moeite om parallellen te trekken met de huidige opvang van asielzoekers, die door bestuurlijke onwil zijn veroordeeld tot slapen in de buitenlucht en uitzichtloze procedures.

Historische objecten vormden het hart van Welkom in Nederland?, maar de presentatie werd naar een hoger niveau getild door de hedendaagse toevoeging van katha’s. Deze veelkleurige sjaals met welkomstwensen zijn gemaakt door de Rainbow Soulclub, een collectief van daklozen, (ex-)verslaafden en migranten zonder papieren. Na de tentoonstelling nam het museum een deel van de khata’s op in de collectie. Die bestaat namelijk niet alleen uit historische stukken, maar wordt regelmatig uitgebreid met opdrachtwerken van hedendaagse kunstenaars.

Zo maakte Koen Taselaar ter gelegenheid van Hemelvaart 2024 een avondmaalskleed. Dat wordt overigens niet bewaard onder een stolp of in een kast, maar gaat binnenkort reizen langs Lutherse kerken in het land waar het wordt gebruikt in kerkdiensten. En dat geldt ook voor bijvoorbeeld de kelken en de zilveren tafelbel. De Lutherse gemeenschap is dan weliswaar bijna verdwenen, de Lutherse geschiedenis wordt in dit museum nieuw leven ingeblazen.

Edo Dijksterhuis

Edo Dijksterhuis

journalist en publicist, geïnteresseerd in beeldende kunst, film, design en literatuur

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Gerelateerde artikelen

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [0000000000003b250000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)