Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Een zilveren broche uit Sobibór
0 Reacties
© State Museum Majdanek
© State Museum Majdanek © State Museum Majdanek
column Gerdien Verschoor
kunst

Een zilveren broche uit Sobibór

Tijdens een symposium over archeologische opgravingen in het vernietigingskamp Sobibór werd kunsthistorica Gerdien Verschoor geraakt door de beladen geschiedenis van een bijzonder kleinood.

Ik zie de broche voor het eerst op een dia. Annemiek Gringold, hoofdconservator van het Nationaal Holocaustmuseum in Amsterdam, toont de dia op een symposium gewijd aan de archeologische opgravingen in Sobibór: Excavating Sobibor. Holocaust Archaeology between Heritage, History and Memory.

Het is geen broche: het is de linkerhelft ervan, alsof iemand het sieraad moedwillig doormidden heeft gebroken. Het zilver is verweerd, aangetast door een ondergronds bestaan van meer dan tachtig jaar. En toch, als je heel goed kijkt, kun je er een overbekende scène in ontwaren: de Nachtwacht van Rembrandt.

In geen enkel ander kamp zijn zoveel opgravingen gedaan als in Sobibór. Daar is de broche gevonden.

In vernietigingskamp Sobibór in het huidige Oost-Polen werden naar schatting 180.000 Joden vermoord, onder wie meer dan 34.000 Nederlandse Joden (voor zover bekend waren er vanuit België geen deportaties naar Sobibór). Slechts achttien Nederlandse Joden overleefden. Nadat de gevangenen in oktober 1943 in opstand waren gekomen, werd het kamp met de grond gelijkgemaakt. Het was niet de bedoeling van de nazi’s dat het kamp ooit zou worden teruggevonden, dat de verhalen erover ooit zouden worden verteld. Er werden bomen geplant om ook de allerlaatste sporen uit te wissen. Het kamp werd een bos.

Maar dankzij de getuigenissen van enkele overlevenden en nauwkeurige archeologische opgravingen konden kaarten van het kamp worden getekend, verhalen worden gereconstrueerd. Archeologen hebben bijna zestigduizend voorwerpen opgedolven, die nu in het State Museum Majdanek nabij het Poolse Lublin bewaard worden. Een fractie ervan is te zien in een meterslange vitrine in het gloednieuwe museum op het voormalige kampterrein van Sobibór. Het State Museum Majdanek stond enkele objecten in langdurig bruikleen af aan het Nationaal Holocaust Museum in Amsterdam.

Het was niet de bedoeling van de nazi’s dat het kamp ooit zou worden teruggevonden, dat de verhalen erover ooit zouden worden verteld

“Door de objecten gaan de slachtoffers tegen je praten”, zei auteur Erik Schumacher tijdens het symposium. “In het Nationaal Holocaustmuseum willen we de slachtoffers waardig tonen”, zei Annemiek Gringold. “Door persoonlijke objecten te laten zien vertellen we hun verhaal. We hermenselijken hen.”

Later ga ik de broche in het museum bekijken. Stil staat ze in een vitrine te glanzen. Net als een aantal in Sobibór gevonden knoopjes, die als kostbare diamantjes zijn geëxposeerd. Een tube Norit, een schaar, een sleutelbos. Ze zijn er en verbinden ons rechtstreeks met hun eigenaar. Tegelijkertijd vertegenwoordigen ze een leegte die niet te bevatten is.

Rembrandts Nachtwacht, Sinterklaasavond van Jan Steen, De Stier van Paulus Potter, en allerlei herbergscènes zijn nog steeds in sierspeldvorm verkrijgbaar. Ze werden populair rond 1900. De fascinatie voor ons nationale verleden, Hollandse meesters, en herwaardering voor de ‘kwabstijl’ van beroemde zeventiende-eeuwse zilversmeden als Paulus van Vianen en Johannes Lutma kwamen erin samen. En zo werden er vooral in zilverstad Schoonhoven oude meesters in nieuwzilver geslagen, gegoten of geperst, omgeven door nep-barokke lijsten die de rand van het sieraad vormden. Naast broches waren de oude meesters ook verkrijgbaar op zilveren koektrommels, schalen en geboortelepels. Er waren zelfs bedrijven die ermee adverteerden en in de jaren dertig kon je ze kopen bij het Rijksmuseum. Geliefd waren ze, bij Nederlandse vrouwen en buitenlandse toeristen die een klein souvenir mee naar huis wilden nemen.

Weer kijk ik naar de broche in de vitrine. De Weense archeologe Claudia Theune zei op het symposium dat een deel van de slachtoffers nog genoeg hoop had om spullen mee te nemen naar Sobibór. Ze geloofden dat ze een bestaan in een werkkamp konden opbouwen en vetrokken naar het oosten met de praktische spullen die werden opgesomd op de bedrieglijke paklijsten voor de kampen: werkkleding en wollen dekens, toiletartikelen, bestek en bekers. Maar velen namen ook kleine persoonlijke voorwerpen mee: een ring of een vulpen. Huissleutels. Of een broche met De Nachtwacht van Rembrandt.

Het symposium Excavating Sobibor. Holocaust Archaeology between Heritage, History and Memory werd op 14 maart 2024 georganiseerd door het NIOD, Amsterdam.

Met dank aan Annemiek Gringold (Nationaal Holocaustmuseum), Dirk Jan Biemond (Rijksmuseum), en Lucinda Timmermans (Nederlands Zilvermuseum Schoonhoven). Literatuur: Erik Schumacher, Sporen van Sobibor, Archeologie van een vernietigingskamp, Zwolle 2024; Marjan Unger, Het Nederlandse sieraad in de 20ste eeuw, Bussum|Utrecht 2004.

Gerdien Verschoor

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.