In bomen, op muren, zelfs op kerkzuilen: mensen willen sporen achterlaten, en weer andere mensen willen die ontcijferen. Het is een spel dat kunstenaars niet ontgaat – en waaraan ze zelf graag deelnemen, schrijft kunsthistorica Gerdien Verschoor.
Letters die ergens opduiken waar ze niet horen – juist die letters trekken als eerste onze aandacht. Misschien horen ze daarom wél thuis op die plekken waar we ze niet verwachten. En dat zijn ook vaak plekken waar we zelf nogal eens sporen achterlaten.
Kijk nu eens naar deze prachtige waterverftekening van Gesina ter Borch, Vrouw die namen in een boom grift. De titel die het Rijksmuseum aan het werk heeft gegeven is een beetje misleidend. Waarschijnlijk zien we hier Gesina zelf, die met een mesje haar levensmotto “DMS” (“Deugd Maakt Schoonheid”) in een boom krast. Ook lezen we allerlei geheimzinnige letters in de boomschors die mogelijk naar Gesina’s toenmalige geliefde Henrik Jordis verwijzen (later zou hij, of zij, ervandoor gaan, het zou niets worden met deze liefde), naar Gesina’s verjaardag (“jaer/dach/15/Novemb/1661”), en een liefdesverklaring gelardeerd met getekende hartjes: “Gesina/ter/Borch/vive/le/[hartje]/que/mon/[hartje]/aime”.
Gesina ter Borch, Vrouw die namen in een boom grift, 1661 © Collectie Rijksmuseum
Op een boomstam hoort schors, of er horen takjes aan te groeien en er kruipen mieren of andere insecten overheen, maar er horen geen letters in gekrast. Toch doen we alle moeite om ze te ontcijferen. Recent werd in de blog ‘Schilderij van de week’ van John Löwenhardt het schilderij I Was Here (2018) van de Britse kunstenaar Sean Landers gepresenteerd. Op de geschilderde boomstammen heeft Landers zijn hele levensloop ingekrast: “I was here 1962-2050-ish? I lived, I loved, I had kids. I made art, lots of art…” en zo gaat het nog even door – het lijkt wel een beeldrijm bij de tekening van Gesina.
“O, dat,” zei mijn man, toen ik hem over het boomkrassen vertelde en die alle kerken in onze buurt uit zijn hoofd kent, “dat deden ze ook op muren van kerken”. En hij wees me op graffiti in de Gudulakerk in Lochem, waar onder een “officiële” muurschildering een geïmproviseerde schets te zien is van een gehelmde figuur die een man met een zotskap bespuugt. De geestige tekening is mogelijk aangebracht tijdens de Spaanse belegering van Lochem in 1582.
Dat brengt weer een heel ander schilderij in herinnering: De graftombe van Willem de Zwijger in de Nieuwe Kerk in Delft van Gerard Houckgeest uit 1651, dat zich in het Mauritshuis bevindt. Houckgeest richtte zich vooral op het overhoekse perspectief, waarbij hij ogenschijnlijk willekeurig hoekjes van kerkinterieurs schilderde. Hier kijken we de Nieuwe Kerk in, waar inwoners van Delft aandachtig naar het praalgraf van Willem de Zwijger staan te kijken. Op de voorste zuil heeft Van Houckgeest op kinderhoogte, vlak boven zijn signatuur, in rood krijt twee poppetjes aangebracht, alsof kinderen daar op ooghoogte hebben staan tekenen. En ja, dat deden zeventiende-eeuwse kinderen blijkbaar echt!
Gerard Houckgeest, De graftombe van Willem de Zwijger in de Nieuwe Kerk in Delft, 1651 © Collectie Mauritshuis
Emmanuel de Witte schilderde ze, een jaar eerder, in zijn Interieur van de Oude Kerk in Delft (1650): twee jongetjes met grote hoeden op die iets aan het tekenen zijn op een zuil in de kerk. Dat zijn pas grappige dingen waar ze niet horen – en dat op twee schilderijen die bijna in hetzelfde jaar in Delft zijn geschilderd.
Emmanuel de Witte, Interieur van de Oude Kerk in Delft, ca. 1650 / Jan van Vucht en Anthonie Palamedesz. (figuren), detail uit Kerkinterieur© Collectie Metropolitan Museum of Art / via Hoogsteder & Hoogsteder
Met al die graffiti in mijn hoofd moest ik ook denken aan mijn wandelingen door Leiden, de stad waar meer dan honderd muurgedichten zijn aangebracht in meer dan dertig talen. Zeer recent nog, op 5 oktober, werd er een Oekraïens muurgedicht onthuld, dat op initiatief van de ontheemde Oekraïense natuurwetenschapper Anatolii Rykberg werd geplaatst. De tekst bevat acht regels uit het oud Oekraïens volksliedje ‘Shchedryk’ (“de genereuze”) dat altijd in de kersttijd (en, na de Russische invasie, in 2023 tijdens het Eurovisie Songfestival) wordt gezongen over liefde en hoop.
| Щедрик | Shchedryk |
| Щедрик, щедрик, щедрівочка, Прилетіла ластівочка, Стала собі щебетати, Господаря викликати. В тебе товар весь хороший, Будеш мати мірку грошей, Хоч не гроші, то полова, В тебе жінка чорноброва. |
Shchedryk, shchedryk, shchedrivochka De zwaluw is gekomen, Zij begon te kwetteren, Zij begon de meester te roepen… Al uw goederen zijn goed, U zult een schepel vol geld hebben, Zo niet geld, en slechts kaf, Uw vrouw is mooi, met zwarte wenkbrauwen |
Ook muurgedichten duiken op waar we ze niet verwachten. Net daarom trekken ze onze aandacht, als zwaluwen die vanuit een oorlog zomaar binnenvliegen en tegen zichzelf beginnen te tsjilpen.
Met dank aan de blog rizoomes.nl waardoor ik geattendeerd werd op het werk van Emmanuel de Witte in het Metropolitan Museum. De vertaling van Shchedryk is van Wolter Mooi.










Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.