De revolutionaire reformatie
De Amerikaanse historica Christine Kooi schreef een overzichtsgeschiedenis van de eerste eeuw van de Reformatie in de Nederlanden: hoe politici en protestanten elkaar vonden in een opstand tegen de katholieke Habsburgse machthebbers en zo de grondslag legden voor de Nederlandse Republiek.
Zes jaar nadat de Duitse monnik Maarten Luther zijn stellingen tegen het misbruik van aflaten (een afkoopsom voor de kwijtschelding van zonden) had gepubliceerd in Wittenberg werden de eerste aanhangers van zijn onorthodoxe opvattingen ter dood gebracht, op 1 juli 1523. Twee augustijner monniken, Hendrick Vos en Johannes van den Esschen, belandden als ketters op de brandstapel op de Grote Markt van Brussel. Net als Luther betwistten zij het gezag van Rome en beschouwden ze de Heilige Schrift als enige ware bron van het christelijk geloof. Maar volgens de aanklacht van de inquisitie hadden zij zich schuldig gemaakt aan minstens tweeënzestig dwalingen tegen de katholieke leer.
De kerkelijke instanties hadden een waar volksspektakel opgetuigd om deze openbare terechtstelling te laten werken als afschrikwekkend voorbeeld aan al wie er net zulke ideeën op na hielden. Toen Luther hoorde van de executie van zijn medeaugustijnen Vos en Van den Esschen riep hij hen onmiddellijk uit tot martelaren van de Reformatie. Hij schreef zijn allereerste compositie, het loflied ‘Ein neues Lied wir heben an’, ter nagedachtenis van de twee monniken.
Christine Kooi (1965) beschrijft het lot van de Antwerpse martelaren in Reformatie in de Lage Landen, 1500-1620 als de eerste gewelddadige confrontatie in de Nederlanden tussen het katholieke gezag en de opstandige protestanten die een andere kerk eisten, en de vrijheid om hun nieuwe geloof openlijk te belijden.
© Rijksmuseum, Amsterdam
De Reformatie kwam natuurlijk niet uit de lucht vallen en kende een lange voorgeschiedenis van onvrede over de roomse moederkerk. De aanhangers van de Moderne Devotie in de Noord-Nederlandse IJsselvallei ijverden in de veertiende eeuw al voor een eenvoudig en godsvruchtig leven in navolging van Christus. Desiderius Erasmus had de zelfgenoegzame kerk van Rome bekritiseerd met zijn pleidooi voor een nieuwe humanistische christelijkheid op basis van grondige Bijbelstudie. Maar de Duitse monnik Maarten Luther was de rebel die ten slotte de lont in het kruitvat had gestoken met zijn rechtstreekse aanval op de Vaticaanse priesterkerk en haar vele uitwassen. Het vuur van zijn opstand ging razendsnel door Europa en raasde ook door de Nederlanden.
Kooi is hoogleraar Europese geschiedenis aan Louisiana State University en gespecialiseerd in de vroegmoderne Nederlandse religiegeschiedenis. Zij is de dochter van Nederlandse ouders, maar schreef haar ambitieuze studie voor een Engelstalig publiek, “na een rijpingsproces van dertig jaar”, als poging om een lacune in de geschiedschrijving te vullen. Ze somt een flinke rij oudere en recente publicaties op die allemaal slechts een deel van de grote, ingewikkelde legpuzzel bestrijken en slaagt erin om al die stukjes aan elkaar te leggen tot een overzichtelijke en volledige historie van de religieuze en politieke ontwikkelingen in de zestiende-eeuwse Nederlanden.
Nauwgezet en tot in alle uithoeken volgt Kooi het oplaaien van de protestantse veenbrand in de Lage Landen
“Tijdens de eerste vijftig jaar van hun bestaan werden de verschillende protestantse bewegingen in Nederland opgejaagd, belasterd, bestookt en vervolgd door een onverbiddelijke antiketterijcampagne van de overheid”, schrijft Kooi. Tussen 1523 en 1566 werden meer dan duizenddriehonderd mensen vanwege hun afwijkende geloof om het leven gebracht. Maar tegen de verdrukking in bleef de Reformatie groeien, niet als een grote, uniforme stroming, maar langs verschillende vertakkingen die elkaar de ware interpretatie van het protestantse geloof betwistten.
Nauwgezet en tot in alle uithoeken volgt de auteur het oplaaien van de protestantse veenbrand in de Lage Landen. Ze beschrijft de Reformatie als “een mozaïek van duizenden lokale verhalen en omstandigheden”. Overtuigend schetst ze de gradaties van chaos en institutionalisering binnen alle stromingen en sektes die zich vanaf de jaren 1520 aandienen in de westelijke gebieden van het grote Habsburgse Rijk. Daarvan bleven uiteindelijk alleen de best georganiseerde over, de strenge geloofsgenootschappen waarvoor Maarten Luther en Johannes Calvijn de fundamenten hadden gelegd, maar ook de in onze tijd minder bekende hervormers als Huldrych Zwingli, Theodorus Beza en Menno Simons. Zwingli was een geestverwant van Luther en een van de belangrijke leiders van de Reformatie in Zwitserland, de Franse rechtsgeleerde en theoloog Beza was de leerling en opvolger van Calvijn en Menno Simons was de Friese leider van de wederdopers en naamgever van de mennonieten met tegenwoordig ongeveer 1,4 miljoen aanhangers wereldwijd, en in Noord-Amerika de hoofdstroming van de doopsgezinden.
De Nederlandse Reformatie was een oppositiebeweging van onderop, met een open en internationaal karakter en leidde ten slotte onverwacht tot de stichting van een volslagen nieuwe staat: de Nederlandse Republiek of de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Eind jaren 1560 kwamen de religieuze dissidentie en de politieke onvrede over de harde repressie onder landsheer Filips II samen in de Nederlandse Opstand tegen het Habsburgse bewind. Het was een rebellie, burgeroorlog en godsdienstoorlog ineen. In de noordelijke Nederlanden werden de gereformeerde aanhangers van Calvijn de overheersende religie toen zij een pact sloten met Willem van Oranje en zijn adellijke vrienden, die hun strijd met het autoritaire Habsburgse bewind handig wisten te koppelen aan de religieuze onvrede.
De Nederlandse Reformatie was een oppositiebeweging van onderop, met een open en internationaal karakter, en leidde onverwacht tot de stichting van een volslagen nieuwe staat
Christine Kooi timmert een degelijk wetenschappelijk raamwerk dat uitblinkt als overzicht van alles wat er zich decennium na decennium afspeelt in de steden en gewesten van de Lage Landen. Dat is een huzarenstuk dat vooral onder academici veel waardering zal oogsten, zij kunnen er fijn op voortborduren. Door die zucht naar volledigheid leest de Reformatie in de Lage Landen grotendeels wel als een wat droog studieboek. Dat is geen diskwalificatie, eerder een waarschuwing voor wie zich had verheugd op een spannende geschiedschrijving. Oorlog en revolutie, ketterij en inquisitie, beeldenstorm en godsdiensttwist: de eeuw van de Reformatie biedt een onuitputtelijk palet voor een schilderachtige, vaak bloederige vertelling. Maar Kooi kiest ervoor alle gebeurtenissen en ontwikkelingen vrij zakelijk te rubriceren.
Beeldende scènes zoals de publieke berechting van de twee monniken op de Grote Markt in Brussel in 1523 kom je verder nauwelijks tegen. Pas als ze bij de conclusie is aangekomen pakt de Amerikaanse historica weer uit met de gedetailleerde beschrijving van nog zo’n groots spektakel op 18 oktober 1618, opnieuw in de Habsburgse hoofdstad Brussel. Op die dag worden de relikwieën van de negentien priesters en franciscaner monniken uit Gorinchem, die in 1572 in Den Briel meedogenloos waren vermoord door de protestantse geuzen, “met veel vertoon en religieuze hartstocht” overgebracht naar de franciscaner kloosterkerk. Slechts op een straatblok afstand van de Grote Markt waar nog geen honderd jaar eerder de eerste protestantste martelaren ter dood waren gebracht op de brandstapel.
In de vijfennegentig jaren tussen deze twee publieke schouwspelen was alles anders geworden in de Lage Landen, concludeert Christine Kooi. De Habsburgse overheid had haar noordelijke gebieden verloren aan de protestantse opstandelingen. De ketters werden gesteund door een leger en een heuse nieuwe staat van zeven afgescheiden provincies, officieel gereformeerd maar in de praktijk “verbazingwekkend pluralistisch”.
De zuidelijke gewesten waren uiteindelijk trouw gebleven aan Rome en hadden, als reactie op het protestantisme en na de besluiten van het Concilie van Trente (1545-1563), hun eigen ingrijpende contrareformatie doorgemaakt. Ook die katholieke hervorming krijgt in het boek, terecht, de volle aandacht.
Christine Kooi, Reformatie in de Lage Landen, 1500-1620 (Reformation in the Low Countries, 1500-1620), vertaald door Alexander van Kesteren, Prometheus, Amsterdam, 2023, 386 p.