De Nederlandse wetenschapsbeoefenaar E.J. Dijksterhuis (1892-1965)
(H.A.M. Snelders) Ons Erfdeel - 1992, nr 5, pp. 698-704
Eduard Jan Dijksterhuis werd in 1892 in Tilburg geboren. Hij studeerde wiskunde aan de universiteit Groningen en was daarna leraar wiskunde in Groningen en Tilburg. Zijn liefde voor de wetenschapsgeschiedenis leidde ertoe dat hij tweemaal probeerde door een privaatdocentschap universitaire belangstelling te wekken, maar het zou tot 1953 duren voor hij op 61-jarige leeftijd tot buitengewoon hoogleraar in de geschiedenis van de wiskunde en de natuurwetenschappen benoemd werd. Hij overleed in 1965 op 73-jarige leeftijd. In zijn wetenschapshistorisch werk ging zijn belangstelling het meest uit naar de Oudgriekse en de vroegmoderne periode. Hij publiceerde tal van artikelen en boeken, en na de vertaling van zijn hoofdwerk \de mechanisering van het wereldbeeld\" (1950) in het Duits en Engels, kreeg hij eindelijk de internationale erkenning die hem al lang toekwam. Dijksterhuis zag de wetenschapsgeschiedenis als een brug tussen de alfa- en de bètawetenschappen: haar onderwerp was immers de natuurwetenschappen maar haar methode leende ze bij de geschiedwetenschap. In die zin is ze een onderdeel van de gehele literaire cultuur. Om een goed begrip te krijgen van Dijksterhuis' werk is het lezen van \"De mechanisering van het wereldbeeld\" niet voldoende: in een bundel van tien artikelen met de veelzeggende titel \"Clio's stiefkind\" komen de vier thema's duidelijker aan bod: wiskunde als cultuurelement, wiskunde in de natuurwetenschap, twee grote voorbeelden (Simon Stevin en Galilei Galileo) en de wetenschapsgeschiedenis als brug tussen twee culturen."
Verder lezen?
Dit is een artikel waarvoor je moet betalen. Koop dit artikel of neem een abonnement om toegang te hebben tot alle verhalen van de lage landen.
Reactie plaatsen
Aanmelden