DE EXPORT VAN DE “DUTCH APPROACH”. Over de internationale uitstraling van Nederlandse landschapsarchitecten

Dijken bouwen: Nederland is er al eeuwenlang goed in. Het is daarom een typisch Nederlands exportproduct. Toch is dijken aanleggen een tamelijk eenzijdige vaardigheid. Met de strijd tegen het water is veel meer gemoeid, vaak een heel landschap en een hele gemeenschap. Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw zijn in het kielzog van de waterbouwers de Nederlandse landschapsarchitecten meegekomen naar het buitenland. De landschapsarchitect, die decennialang een ambtenaar was in dienst bij Rijkswaterstaat of andere publieke werken, wist als geen ander dat grote ingrepen in het land (en de stad) ook ingrijpende gevolgen kunnen hebben op andere terreinen. En aan die kennis en vaardigheid bleek behoefte in het buitenland.

Nederland is op het gebied van de ruimtelijke ordening een laboratorium van ideeën en hun praktische toepassingen. Soms gaat het mis, maar vaak ook goed. In dit artikel passeert een aantal aspecten de revue dat heeft bijgedragen aan het huidige succes van de Nederlandse landschapsarchitectuur in het buitenland. Tegelijk is er ook alle reden om dat succes te relativeren. Eén ding is zeker: met de stijgende zeespiegel, de overvloedige regenval en het opkomende “postfossiele landschap”, met zijn vele windmolens, getijdencentrales en zonnepanelen, is er een nieuwe aanpak nodig voor de inrichting van het (stedelijk) landschap. Nederlandse bureaus hebben hier veel te bieden.

"