De nieuwe ambitie van de DBNL: meer Vlamingen en meer diversiteit
Op de eerste bijeenkomst van de Digitale Bibliotheek van de Nederlandse Letteren in Vlaanderen werden inspanningen beloofd om de collectie uit te breiden met publicaties van vrouwen of minderheidsgroepen. Er wordt ook gestreefd naar een evenwicht tussen Nederland en Vlaanderen. Al hebben die ambities nog wat voeten in de aarde.
Op 18 november hield de Digitale Bibliotheek van de Nederlandse Letteren, kortweg DBNL, haar eerste DBNL-dag in Vlaanderen. Tijdens zo’n dag stellen de medewerkers hun werking voor aan het publiek, vertellen ze waar ze de afgelopen jaren vooral mee bezig zijn geweest, welke plannen de DBNL nog heeft en waarvoor ze de hulp van hun gebruikers kunnen gebruiken.
© DBNL
Het thema van deze bijeenkomst was ‘Klassiekers en Kantlijnen’. Daarmee was de toon meteen gezet: de medewerkers wilden in de verf zetten dat je in de DBNL veel meer kunt vinden dan alleen de klassiekers uit de Nederlandse literatuurgeschiedenis.
Vandaag is er ook veel aandacht voor wat zij de ‘kantlijnen’ noemen: thema’s, werken en auteurs die altijd al of in de loop van de tijd in de marge zijn beland. Ze zijn in de vergetelheid geraakt, hebben nooit tot de grote literatuur behoord, ze zijn door vrouwen of door minderheidsgroepen geschreven.
In die kantlijnen zitten ook publicaties die zelf niet literair zijn, maar die over literatuur, of nog breder, over de Nederlandse taal en cultuurgeschiedenis gaan. Dat kunnen artikelen zijn, maar ook oude brochures en pamfletten. Al die teksten hebben één ding gemeenschappelijk: ze geven een genuanceerd beeld van de literatuur en de cultuurgeschiedenis van de Lage Landen.
Een verslag van de themadag in vier vaststellingen.
1) Lhbtiq+ wordt zichtbaarder
Op dit moment gaat er bij de KB, en dus ook de DBNL, extra aandacht naar lhbtiq+-literatuur. Het gaat hierbij zowel over de auteurs als over de verhalen zelf. Lhbtiq+-literatuur lijkt nu een recent verschijnsel, dat vanuit de Angelsaksische landen stilaan naar hier doorsijpelt. Maar in de twintigste eeuw werden er ook al in het Nederlands verhalen en boeken rond dit thema geschreven, zoals de recent in de collectie opgenomen titel Eenzaam avontuur van Anna Blaman, waarin een lesbisch personage voorkomt. Zulke verhalen hebben altijd wat in de marge, de kantlijnen, gezeten.
De Nederlandse KB, waar de DBNL is ondergebracht, wil nu een aparte collectie bouwen specifiek rond dit thema, net omdat het zo lang onderbelicht is geweest en tegenwoordig aan belangstelling wint.
2) DBNL slaat de vleugels uit naar Vlaanderen
De DBNL is een samenwerkingsverband tussen de Nederlandse Koninklijke Bibliotheek, de Taalunie en de Vlaamse Erfgoedbibliotheken. In de collectie wordt dan ook actief gestreefd naar een evenwicht tussen Nederland en Vlaanderen.
Toch vond de DBNL-dag tot nu toe altijd in Nederland plaats. Niet helemaal onlogisch, want de achtkoppige redactie is ondergebracht bij de Nederlandse KB. Maar onder meer daardoor is de DBNL minder bekend in Vlaanderen, en daarom streek ze dit jaar neer in de kelder van de boekhandel De Groene Waterman in Antwerpen.
Daar vertelden de Vlaamse coördinator Sara Fierens, haar Nederlandse collega Ryanne Keltjens en bureauredacteur Karin Eggers het publiek wat de DBNL ook weer is en hoe de collectie wordt samengesteld. Kort samengevat: een adviescommissie beslist aan de hand van een aantal selectiecriteria welke teksten in aanmerking komen voor opname in de DBNL. Ze streven hierbij naar meerstemmigheid en evenwicht op allerlei vlakken: geografisch, thematisch, historisch, enzovoort. Vandaar de zogenaamde ‘kantlijnen’.
Vervolgens doorlopen de geselecteerde teksten een heel proces van digitalisering en kwaliteitscontroles voor ze op de website geüpload worden en dus beschikbaar komen voor iedereen. Voor de meest enthousiasten onder de vijf miljoen jaarlijkse bezoekers worden de nieuwe aanwinsten vermeld op de website en in de maandelijkse nieuwsbrief.
De redactie werkt niet alleen voortdurend de collectie bij. Ze beantwoordt ook vragen van die bezoekers. Als gebruiker kun je dus zelf de redactie ook attent maken op het bestaan van een werk dat nog niet beschikbaar is of een auteur die intussen in de vergetelheid is geraakt. Mogelijk verneem je dan zelfs dat het al opgenomen is in de planning en dus binnen afzienbare tijd beschikbaar komt.
3) Auteursrecht staat een Vlaams-Nederlands evenwicht in de weg
Streven naar evenwicht is een mooie zaak en er is zichtbaar veel goede wil om dat ook te bereiken, maar in de praktijk zitten er weleens wat hindernissen in de weg. In het geval van het evenwicht Vlaanderen-Nederland steekt de regeling van het auteursrecht soms stokken in de wielen, zeker voor naoorlogse teksten uit de twintigste eeuw.
© DBNL
Omdat alles op de DBNL publiek toegankelijk is, dus zonder lidmaatschap of abonnement, moeten de werken die hierop staan ook vrij zijn van auteursrechten. Dat kan op twee manieren: de auteur heeft de toestemming gegeven om het werk publiek toegankelijk te maken, of de auteur is lang genoeg geleden overleden. Lang genoeg betekent concreet: minstens zeventig jaar. Voor werken van auteurs die na 1952 overleden zijn, heeft de DBNL bijgevolg de toestemming nodig van de auteur zelf of, als die persoon al overleden is, van zijn of haar erven.
Deze regeling geldt voor Nederland en Vlaanderen, maar in de praktijk is het in beide landen anders geregeld. In Nederland is er een overkoepelende instantie die die rechten en de voorwaarden daarbij voor veel auteurs regelt. Met één overeenkomst zijn die rechten dus meteen voor het gros van de betrokken auteurs in orde. In Vlaanderen bestaat zo’n instantie niet en moet elke auteur, of de erven, die toestemming geven. Geen toestemming is geen publicatie. Hetzelfde geldt voor een andere ‘kantlijn’: werken van Caraïbische auteurs.
4) Sommige teksten blijven moeilijk op te sporen
Dat heeft niet alleen gevolgen voor monografieën, maar ook voor tijdschriften. Ook tijdschriftartikelen kunnen immers pas online komen als auteurs of erven de toestemming hebben gegeven. Dat is extra lastig bij oudere, kortlopende, wat obscure tijdschriften, die ook onder de zogenaamde ‘kantlijnen’ vallen. Die bevatten vaak artikelen van auteurs die intussen in de anonimiteit zijn verdwenen en dus nog moeilijk op te sporen zijn.
Voor publicaties van Vlaamse en Caraïbische auteurs geldt: geen toestemming is geen publicatie
Dat laatste maakt ook de vicieuze cirkel duidelijk waarin de DBNL zich bevindt – en bij uitbreiding alle instanties die balanceren tussen auteursrechten en teksten vrij beschikbaar maken. Hoewel de bereidheid groot is om teksten op te nemen uit die marge, die rand, die kantlijn, omdat ze zo moeilijk te vinden en te raadplegen zijn, is het net om dezelfde reden heel lastig om dat auteursecht te regelen. Wie is de auteur? Leeft die persoon nog? Waar is hij of zij, of waar zijn de erven te vinden om de toestemming tot publicatie te vragen?
Daarom wil Vlaams coördinator Sarah Fierens zo veel mogelijk auteurs vragen om die toestemming te geven. Daarmee wordt de kans om dat evenwicht te bereiken weer een stuk groter.
Hoewel de DBNL bij veel mensen toch een belletje doet rinkelen, wordt de rijkdom die deze collectie te bieden heeft en nog zal bieden vaak onderschat. Over twee jaar bestaat ze 25 jaar. Hopelijk worden er tegen dan nog wat meer kantlijnen ingevuld.
Meer info op de website van DBNL.