Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

De burgemeester van Baarle blust branden over de grenzen heen
0 Reacties
interview
VL ⇄ NL

De burgemeester van Baarle blust branden over de grenzen heen

In Baarle loopt de Belgisch-Nederlandse grens dwars door woningen en winkels. Hier is samenwerken met de buren de dagdagelijkse corebusiness. Burgemeester Marjon de Hoon-Veelenturf benoemt de charmes én de valkuilen van de grensoverschrijdende samenwerking. Voor criminelen is de grens geen obstakel maar een kans.

Dertig lichtgroen gearceerde stukjes trekken de aandacht op een luchtfoto die aan de muur hangt in de werkkamer van burgemeester Marjon de Hoon-Veelenturf. Het zijn tweeëntwintig Belgische en acht Nederlandse enclaves, stukjes grondgebied die volledig omringd zijn door het buurland. De hele gemeente Baarle-Nassau die zij bestiert is 76 vierkante kilometer groot. Maar het is dit kerngebied met tientallen enclaves dat Baarle uniek en befaamd maakt.

“De grens loopt hier niet alleen door wijken, maar ook door percelen en soms zelfs huizen”, vertelt de burgemeester op haar statige kantoor met glas-in-loodramen en houten lambrisering. “De voordeur bepaalt tot welk land jouw huis behoort. Hier is de vraag niet of we grensoverschrijdende samenwerking willen of belangrijk vinden, die samenwerking is onze dagdagelijkse core business, zegt ze.

Die situatie bestaat sinds 1198. Bij een ruil gaf de hertog van Brabant woeste gronden rond Baarle aan de heer van Breda. Maar hij behield de plekken waar al nederzettingen waren gebouwd en hij belasting kon heffen. Zo ontstond de gatenkaas die min of meer bleef bestaan tot Nederland en België de grenzen in 1995 officieel vastlegden. “Toen mensen erachter kwamen dat ze in een keer toch bij een ander land werden ingedeeld op basis van waar hun voordeur was, zijn er ramen en deuren van plaats verwisseld om toch bij hun land te kunnen blijven”, vertelt De Hoon-Veelenturf.

Op een wandeling door Baarle-Nassau (NL) en Baarle-Hertog (BE) steek je om de haverklap de grens over. Aan vlaggetjes op de lantaarnpalen kun je zien of je je op Nederlands dan wel Belgisch grondgebied bevindt. Regelmatig zie je de kruizen waarmee de grens op de stoep is gemarkeerd recht op een woning of winkel afgaan, zoals op de Zeeman. In coronatijd zette de Belgische politie met lint het in België gelegen gedeelte af, toen de niet-essentiële winkels daar gesloten waren. De herenshirts waren ook voor de Nederlandse klanten even niet bereikbaar.

Geen obstakel, maar een kans (voor criminelen)

Van heinde en verre komen toeristen de curieuze grenscapriolen met hun eigen ogen bezien. Maar al zijn de enclaves uit toeristisch oogpunt een troef, bestuurlijk vormen ze soms een lastige puzzel. Neem de ordediensten die op de ene stoeptegel wel mogen optreden maar een tegel verder niet. “Als nu een Belg in overtreding is en hij piept de grens over kan hij tegen een Belgische politieagent zeggen: ‘Jullie kunnen niets tegen mij doen, want ik sta op Nederlands grondgebied’”, vertelt de burgemeester van christendemocratische huize.

“Het kan toch niet zo zijn dat mensen op die manier misbruik maken van de grens. We zijn begonnen met het samen laten patrouilleren van een Belgische en een Nederlandse wijkagent om te voorkomen dat iemand ontsnapt door op het grondgebied van de ander te gaan staan.”

“Op het moment dat ik een vergunning van een bedrijf intrek omdat het malafide is, kan diezelfde ondernemer even verderop in een Belgische enclave eenzelfde soort bedrijf starten”

Voor criminelen is de grens geen obstakel maar een kans, observeert Veelenturf-De Hoon. “Dat heeft vooral te maken met het feit dat we bestuurlijk onvoldoende gegevens kunnen uitwisselen. Op het moment dat ik een vergunning van een bedrijf intrek omdat het malafide is, kan diezelfde ondernemer even verderop in een Belgische enclave eenzelfde soort bedrijf starten en ik kan die informatie niet overdragen aan de Belgische overheid.”

Nederland kent sinds 2003 de zogeheten wet-BIBOB. Die maakt het overheden die vergunningen of subsidies verlenen mogelijk te toetsen of de aanvrager zijn onderneming niet misbruikt voor praktijken als witwassen. In België zijn ze nu iets gelijksoortigs aan het ontwikkelen. “Ze zijn er wat later, maar doen het wel beter”, vindt de burgemeester. Want in hun wet komt te staan dat informatie-uitwisseling wél mogelijk is.

Alleen zit er nog een addertje onder het gras. De Belgen mogen dat alleen doen als er sprake is van wederkerigheid, dat wil zeggen als Nederland ook informatie overdraagt. Zolang dat dus nog niet geregeld is, blijft het dus van beide kanten onmogelijk. “Dat zou anno 2023 niet zo mogen zijn”, verzucht de burgmeester.

Wat inmiddels wél gelukt is, is de oprichting van een gezamenlijk brandweerkorps. Dat is lang niet zo evident als het lijkt, legt De Hoon-Veelenturf uit. Elders in het grensgebied rukken brandweerkorpsen wel uit om elkaar in moeilijke situaties bijstand te verlenen. Maar echt als eerste in actie schieten als er bij de buren wat aan de hand is, gebeurt nog nergens.

Om dat Baarlese korps zonder zorgen te laten functioneren, was er nog wel een lastige hobbel te nemen: de wederzijdse erkenning van diploma’s. Toen ik hier zevenenhalf jaar geleden kwam, hoorde ik dat dit nog wel een dingetje was”, zegt de burgemeester. “Het kan niet zo zijn dat als onze mensen lijf en leden inzetten, zij bij een incident aansprakelijk gesteld kunnen worden omdat ze niet over het juiste papiertje beschikken. Het heeft zes jaar geduurd tot de Belgische diploma’s erkend waren door het Nederlandse regime. Andersom is het nog niet het geval. Ik denk dat er nu wel licht aan het einde van de tunnel gloort.”

Dat culturele verschillen opspelen bij het uit de weg ruimen van dit soort obstakels illustreert De Hoon-Veelenturf met een anekdote. “Een aantal jaar geleden was er paniek bij een festival in Limburg. Het was heel slecht weer, het ging hard waaien. Het ging maar net goed, maar de verantwoordelijke burgemeester kreeg allerlei verwijten. Heb je daar en daar wel aan gedacht en wat had er wel niet kunnen gebeuren? Zijn hoofd werd nog net niet op het hakblok gelegd. In diezelfde tijd was er bij Pukkelpop in België een dodelijk incident bij een onweer. Wat zeiden de Belgen? ‘Shit happens.”

Het is een mentaliteitsverschil waar ze regelmatig tegenaan loopt. “Ik zeg als Nederlandse burgemeester: dit kan niet zo zijn, dit moeten we echt regelen met elkaar. Aan Belgische zijde vinden ze dat ook wel belangrijk, maar je ziet toch dat het wat langer duurt eer het geregeld is.”

Het mes snijdt aan twee kanten (in twee betekenissen)

Bij het wegwerken van grensbelemmeringen heb je in eerste instantie te maken met verschillen in wet- en regelgeving. Maar die hebben in ieder geval één voordeel. “Ze zijn heel duidelijk, ze zijn wat ze zijn en je kunt samen zien of er een bypass mogelijk is,” zegt De Hoon-Veelenturf.

“Wat de samenwerking vele malen ingewikkelder en uitdagend maakt, is dat je vooral ook te maken hebt met verschillen in de bestuursstructuur. Wij kennen een bestuurlijke periode van vier jaar, België een legislatuur van zes jaar. De tijd waarin gemeenteraden hier in Baarle-Nassau en Baarle-Hertog zitten, loopt al niet parallel. Wij kennen het dualisme, een scheiding van verantwoordelijkheden tussen Raad en College, in België heeft de coalitie het toch wel voor het zeggen. Wij hebben een burgemeester benoemd door de kroon, in België een indirect gekozen burgemeester. Als we het bijvoorbeeld hebben over ondermijnende criminaliteit, dan heb ik mijn eigen ruimte en heb ik geen verantwoording af te leggen richting achterban. Als je verkozen bent, is er een electoraat dat bediend moet worden.”

“Wij Nederlanders zijn redelijk mondig ten opzichte van de Belgen. Wij watertrappelen in taal, zij duiken”

Maar wat ze nog als het lastigst ervaart, is het verschil in bestuurscultuur. “Wij Nederlanders zijn redelijk mondig ten opzichte van de Belgen. Wij watertrappelen in taal om de ander maar duidelijk te maken wat wij bedoelen. De Belgen zijn wat terughoudender. Zij duiken in taal en komen af en toe een keer boven en dan vraag je je nog af wat ze eigenlijk bedoelen. Ook al denken we één taal te spreken, dat is niet altijd zo. Als ik zeg: ‘Het mes snijdt aan twee kanten’, dan bedoel ik dat het een dubbel voordeel heeft. Voor de Belg heeft het dan juist een keerzijde.“

We zijn niet alleen gescheiden door de taal, maar ook door een verschil in werkwijze. “Aan de Nederlandse zijde zijn we heel erg van het opstellen van plannen, het zetten van een stip aan de horizon en dan te vertrekken”, zegt De Hoon-Veelenturf. “We gaan aan de slag terwijl we nog niet heel veel garantie hebben op succes. De Belgen zijn vaak wat pragmatischer en gaan voor die dingen waarbij ze meer garantie hebben op succes. Daarbij zijn wij meer van het loslaten, het delegeren naar andere professionals waarvan wij denken dat zij het beter kunnen dan wij. Bij Belgische overheden zie je dat zaken veel meer in eigen beheer en uitvoering worden gehouden.“

Ze wil niet zeggen dat het een goed is en het ander fout. “Soms denk ik over de Belgen wel: kom op, kom een keer van de kant. Maar een andere keer denk ik: wij hadden misschien iets beter op onze handen kunnen blijven zitten. Soms krijgen wij het deksel op onze neus als we iets ondernemen met onze voortvarendheid, terwijl zij wat behoudender zijn, wat meer tijd hebben genomen, beter beslagen ten ijs komen en uiteindelijk een beter resultaat hebben.“

Vette belastingaanslag voor thuiswerken

Begin 2022 schreef De Hoon-Veelenturf als voorzitter van het Bestuurlijk Netwerk Grensoverschrijdende Samenwerking een brief aan de Nederlandse minister van Binnenlandse Zaken. In die club wisselen grensgemeenten hun ervaringen uit. Samen lobbyen ze bij de overheid om knelpunten die zij in de grensstreek ervaren onder de aandacht te brengen.

In het schrijven vroeg ze onder meer aandacht voor de problemen rond grensarbeiders en thuiswerken. Die waren in coronatijd op schrijnende wijze aan het licht gekomen. Werknemers die in Nederland in dienst waren maar in België woonden, hadden noodgedwongen thuisgewerkt. Maar volgens de Belgische wet zijn werknemers in België werkzaam als ze meer dan een bepaald aantal dagen op Belgisch grondgebied arbeiden. Het gevolg was dat ze een vette belastingaanslag van de Belgische fiscus kregen, terwijl ze al loonbelasting betaalden in Nederland.

“Wij hebben vanuit het Grensoverleg gezegd: daar moeten structurele oplossingen voor komen, want ook na corona zal er voor een deel thuisgewerkt worden”, zegt De Hoon-Veelenturf. “Dat vindt wel gehoor bij onze bewindspersonen, maar ik moet eerlijk zeggen dat het ingewikkeld is, omdat je ziet dat er een verschillend gevoel van urgentie is. Over het algemeen is het zo dat je pas tot oplossingen komt als er bewustzijn van het probleem is en de wil er iets aan te doen. Laat ik het zo zeggen dat wij daar als Nederland iets harder aan trekken.”

Sinds ze die brief schreef is er heus wel wat voortgang geboekt, bezweert De Hoon-Veelenturf. Blij is ze alvast dat beide regeringen bij de Vlaams-Nederlandse top in Den Bosch afgelopen januari eendrachtig hebben gezegd dat ze willen inzetten op het in kaart brengen en wegwerken van grensbelemmeringen.

Twee jaar eerder al hadden Vlaanderen en Nederland van Minister van Staat Piet Hein Donner en gouverneur van Antwerpen Kathy Berx een deftig rapport daarover in ontvangst genomen. Een van de aanbeveling was te zoeken naar instrumenten op Benelux- of Europees niveau die het mogelijk maken juridische barrières als gevolg van verschillen in wet- en regelgeving te slechten.

Het mag weinig opwindend klinken, maar uiteindelijk komt het er bij samenwerken op aan de juridische en bestuurlijke puzzel goed te leggen

Samenwerken is nu eenmaal niet alleen gezellig babbelen en fijne afspraken met elkaar maken. Het mag weinig opwindend klinken, maar uiteindelijk komt het erop aan de juridische en bestuurlijke puzzel goed te leggen. Gevraagd naar het grootste succes dat zij heeft geboekt, verwijst de burgemeester dan ook naar een huzarenstukje op dat terrein.

“Eigenlijk ben ik het meest trots op het feit dat we samen met Baarle-Hertog een Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking (BGTS) hebben opgericht”, zegt ze. Zeker, al daarvoor werkten Baarle-Nassau en Baarle-Hertog volop samen. Een keer per maand zitten de colleges bij elkaar, een paar keer per jaar de twee gemeenteraden. Alleen moeten de twee raden elk apart nog alle bij die bijeenkomst genomen beslissingen bevestigen. Anders hebben ze geen rechtskracht.

Om dat soort omslachtige besluitvorming te vermijden waar dat kan, riepen beide Baarles een BGTS in leven. En om meteen te laten zien dat het ding zijn nut had, losten ze een praktisch probleem op.

In de Belgische enclaves haalde een Belgische vuilniswagen het afval op, in de Nederlandse een afvaldienst van eigen bodem. De wagens stopten bij het ene huis wel, het andere niet. “Dat is eigenlijk waanzin”, zegt de burgemeester. “Als we een BGTS zouden oprichten, zo bedachten we, dan zouden we onze bevoegdheid afval in te zamelen als Baarle-Hertog en Baarle-Nassau daaraan kunnen overdragen. Vanaf januari 2022 rijdt er nog maar één vuilniswagen door Baarle. Dat vind ik een mooi voorbeeld van hoe je bestuurlijke grenzen kan slechten in het belang van de burger.”

Zo vormt de duogemeente een experimenteerruimte voor de aanpak van grensbelemmeringen, vindt de burgemeester. “Baarle is een laboratorium voor grensoverschrijdende samenwerking in heel Europa.”

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.