Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Adrianus VI, de ‘barbaar uit het Noorden’ die het Vaticaan wilde hervormen
0 Reacties
© Wikipedia
© Wikipedia © Wikipedia
geschiedenis

Adrianus VI, de ‘barbaar uit het Noorden’ die het Vaticaan wilde hervormen

Vijfhonderd jaar geleden werd kardinaal Adrianus van Utrecht onverwacht tot paus verkozen. De ambities van Nederlands eerste en enige paus uit de geschiedenis waren groot. Hij wilde het bestuur van het Vaticaan hervormen. Maar vroegtijdig overlijden maakte een eind aan zijn plannen.

De eerste week van 1522 is een bijzonder moeilijke in het Vaticaan. Een conclaaf van 39 vooral Italiaanse kardinalen vergadert in de Sixtijnse Kapel over een opvolger voor de plotseling overleden paus Leo X. Dat levert aanvankelijk niets op: het conclaaf is een geopolitiek schaakspel geworden tussen de Duitse en de Franse fracties, en geen van de kandidaten kan rekenen op een tweederdemeerderheid.

Tijdens de elfde stemronde, op 9 januari, stelt kardinaal De’ Medici voor om dan maar een kardinaal te kiezen die niet in Rome verblijft, Adrianus van Utrecht. “Hij is een eerbiedwaardig man van drieënzestig jaar die algemeen bekendstaat om zijn vroomheid”, zo prijst Giulio de’ Medici hem aan. En dan, “als door een wonder van de Heilige Geest”, schaart iedereen zich plotseling achter de afwezige kandidaat.

Kardinaal Adrianus van Utrecht verblijft op dat moment in Spanje. Het bericht van zijn benoeming bereikt hem pas weken later in het Baskische stadje Vitoria, waar hij zich als stadhouder van keizer Karel V voorbereidt op een confrontatie met het leger van de Franse koning. Hij slaakt een diepe zucht als hij hoort dat hij de nieuwe paus is geworden. “Als dit nieuws waar is, heb dan medelijden met mij!” Na jaren van wapengekletter in dienst van de keizer kent hij geen groter verlangen dan terug te keren naar de rust van zijn geboortestad Utrecht. De goddelijke voorzienigheid heeft anders beschikt.

“Waarschijnlijk is iedereen zeer verbaasd over de unanieme keuze voor iemand die zo arm, zo onbekend en bovendien zover weg is als ik”, schrijft Adrianus aan een landgenoot. Maar zijn oude vriend Desiderius Erasmus feliciteert de nieuwe paus: “De christelijke wereld is ellendig verscheurd door de dodelijke tweestrijd van sekten en afscheuringen. De hele wereld kijkt alleen naar U, Adrianus, als de man die de rust voor de mensheid terug kan brengen.”

Hoe kon het dat uitgerekend Adrianus van Utrecht de enige paus is geworden die de Lage Landen ooit hebben voortgebracht? Hoe raakte deze burgerzoon verzeild in het Europese centrum van de macht?

De zonden van de kerk

Adriaan Floriszoon werd op 2 maart 1459 geboren in het centrum van Utrecht, als zoon van een gegoede scheepstimmerman. Hij bezocht de Latijnse school van de Broeders van het Gemene Leven – waarschijnlijk in Zwolle. Daar maakte hij kennis met de eenvoudige ernst van de Moderne Devotie. Deze religieuze beweging was in de veertiende eeuw ontstaan in de Nederlandse IJsselsteden, en haar aanhangers streefden naar een godvruchtig en gewetensvol leven in navolging van Christus. De indrukken die Adrianus hier opdeed hebben zijn hele leven beïnvloed en de kiem gelegd voor zijn latere hervormingsdrang.

Op zijn zeventiende liet Adrianus zich in Leuven inschrijven als theologiestudent. Hij maakte een snelle carrière als wetenschapper, werd rector van de universiteit en uiteindelijk deken van de stad.

In 1507 stelde keizer Maximiliaan van Oostenrijk hem aan als opvoeder van zijn kleinzoon, prins Karel van Habsburg. Die stuurde hem eind 1515 naar Spanje om daar de kroon van Castilië voor hem veilig te stellen. Adrianus werd benoemd tot bisschop van Tortosa, vervolgens ook tot kardinaal en grootinquisiteur. Toen Karel zich in 1520 liet kronen tot keizer van het Heilige Roomse Rijk der Duitse natie benoemde hij Adrianus tot zijn plaatsvervanger in Spanje.

Na zijn verkiezing in januari 1522 kost het paus Adrianus VI meer dan een half jaar om door het dal van de Ebro naar de Spaanse kust te trekken en langs de havensteden van de Middellandse Zee naar Rome te varen. Hij komt er aan als een vreemdeling. De Italianen hebben meteen al spijt van hun keuze. Ze zitten niet te wachten op deze “barbaar uit het Noorden”.

Twee brandende kwesties gaan de Nederlandse paus het meest aan het hart wanneer hij op 31 augustus 1522 eindelijk wordt gekroond in de Sint-Pietersbasiliek. Ten eerste wil hij de Europese vorsten verenigen in een kruistocht tegen de moslimlegers van sultan Süleyman, die Hongarije en Rhodos bedreigen. Ook wil hij proberen het bestuur van het Vaticaan, de Romeinse Curie, te hervormen. Daar is volgens hem de ziekte van de kerk ontstaan, daar moet ook de genezing beginnen.

Bij zijn intrede spreekt hij zijn kardinalen vermanend toe: “De Heilige Bernardus heeft gezegd: wie met zonden is overdekt kan de stank van het vuil niet meer ruiken.” Hij roept hen op om sober te leven en alleen aan het welzijn van de kerk en de wereld te denken. Daarmee wil Adrianus ook de opstandige monnik Maarten Luther de wind uit de zeilen nemen. Die had met zijn aflaatstellingen vijf jaar eerder in het Duitse Wittenberg een revolutie ontketend tegen de corrupte priesterelite en stuurde aan op een regelrechte scheuring met de Roomse Moederkerk.

De nieuwe paus bewoont met tegenzin zijn vorstelijke appartementen in het Apostolisch Paleis. Zijn leven volgt het ritme van de monastieke dagorde. De Italianen klagen dat het Vaticaan in een stil klooster begint te veranderen. Er ontstaat een exodus van kunstenaars en schrijvers. Zij hebben geen oog voor Adrianus’ hervormingsdrang of geldgebrek.

In het jaar dat paus Adrianus in het Vaticaan resideert komt er van zijn hervormingen weinig terecht. Het lukt hem niet de handel in priesterambten in te dammen. De Italiaanse tegenstand is te krachtig, de tijd is te krap. Hij excuseert zich in het voorjaar van 1523 publiekelijk voor de vele ziektes en zonden van zijn kerk, tegenover de Duitse vorsten en prelaten tijdens de Rijksdag van Neurenberg. Maar dat is niet genoeg om Luther aan zijn zijde te krijgen. Die scheldt Adrianus uit voor Leuvense pausezel.

Adrianus smeekt zijn oude vriend Erasmus naar Rome te komen om hem te steunen in zijn woordenstrijd met de reformatoren, maar die steekt zijn handen liever niet in dit “wespennest”.

Adrianus’ grootste teleurstelling is dat hij de christelijke vorsten niet kan verenigen tegen de Turkse legers van de sultan.

Herwaardering

Na een pontificaat van amper twintig maanden sterft Adrianus van Utrecht op 14 september 1523. Meteen is er het vermoeden van een vergiftiging, maar waarschijnlijk is hij bezweken onder de stress van zijn ambt en overleden aan een bloedvergiftiging. De Romeinen zijn opgelucht dat ze zijn verlost van deze “Fiammingo, mai non visto e senza nome”: de Vlaming die niemand had gezien en van wie niemand had gehoord. Pas in 1978 werd voor het eerst weer een niet-Italiaan tot paus gekozen, de Pool Karol Wojtyla.

Adrianus is de geschiedenis ingegaan als een voetnoot tussen twee renaissancepausen. Maar vijf eeuwen later is er ook waardering voor zijn hartstochtelijke pogingen om de kerk van Rome te hervormen. Veel van de veranderingen waar de Nederlandse paus vergeefs voor had geijverd, kregen tientallen jaren na zijn dood alsnog hun beslag. Dat gebeurde tijdens het Concilie van Trente, dat in 1545 begon, als katholiek antwoord op Luther.

Adrianus wordt weleens de eerste paus van de contrareformatie genoemd, ook omdat zijn theologische geestverwanten uit Leuven een aanzienlijk aandeel hebben gehad in de hervormingen van Trente. De huidige paus Franciscus onthulde vlak na zijn inauguratie in 2013 dat hij heeft overwogen om zich naar de enige paus uit de Lage Landen te noemen, “want Adrianus VI was een hervormer en er moet worden hervormd.”

Zijn meest tastbare nalatenschap treffen we nu aan in twee monumentale gebouwen die Adrianus zelf nooit heeft aanschouwd. In 1517 liet hij in Utrecht een voorname residentie optrekken – tegenwoordig Paushuize – voor zijn terugkeer uit Spanje. Het Pauscollege aan het Hogeschoolplein in Leuven liet hij bij testament bouwen als onderkomen voor armlastige theologiestudenten. De bijna tweehonderd studenten die er nu wonen noemen zich de papisten en baten hun eigen Pausbar uit.

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.