literatuur
WE HEBBEN TOCH EEN STEM DIE WE GRAAG WILLEN LATEN KLINKEN? Poëzie op het podium sinds “Poëzie in Carré”
(Kila van der Starre) Ons Erfdeel – 2014, nr 3, pp. 21-31
Terugblikkend op het poëzie-evenement Poëzie in Carré, dat op 28 februari 1966 plaatsvond in Amsterdam, stelde de Vlaamse dichter Gust Gils: “Er is daar op die avond meer bereikt, meer losgemaakt, dan anders op twintig jaar eenzaam poëzie lezen zou mogelijk zijn.” In Theater Carré droegen die avond een twintigtal dichters uit de Lage Landen, onder wie K. Schippers, Cees Buddingh’, Gerrit Kouwenaar, Hugues C. Pernath, Adriaan Roland Holst en Johnny ‘the Selfkicker’ van Doorn hun poëzie voor aan een gevarieerd publiek dat met gelach en boegeroep op de gedichten reageerde.
We zijn nu bijna een halve eeuw verder en poëzie “als geluidsfenomeen”, in de woorden van Gils, floreert. Een poëzieoptreden bereikt gemiddeld meer mensen dan een poëziebundel en de ontelbare poëzie-evenementen in Nederland en Vlaanderen trekken een breed publiek. Wat is er veranderd sinds 1966? Wat is hetzelfde gebleven?
Verder lezen?
Dit is een artikel waarvoor je moet betalen. Koop dit artikel of neem een abonnement om toegang te hebben tot alle verhalen van de lage landen.
Reactie plaatsen
Aanmelden