Lees onze recensies van de debutanten op de shortlist van de Anton Wachterprijs
Simone Atangana Bekono, Lale Gül, Valentijn Hoogenkamp, Jilt Jorritsma, Tobi Lakmaker, Vincent Merjenberg en Joost Oomen maken kans op de Anton Wachterprijs voor de beste Nederlandstalige debuutroman.
Over twee maanden, op 25 juni, mag een Nederlandstalige literaire debutant juichen: die dag wordt de Anton Wachterprijs voor het beste debuut uitgereikt. Op de shortlist staan zeven titels. Wij bespraken ze allemaal.
© Gaby Jongenelen
Simone Atangana Bekono – ‘Confrontaties’ (Lebowski)
“Waarom kreeg de dichterlijke taal zo weinig ruimte”, vraagt Lodewijk Verduin zich af in zijn recensie.
Lale Gül – ‘Ik ga leven’ (Prometheus)
“Los van haar chaotische stijl stelt Gül pijnlijke maar belangrijke zaken aan de orde”, schrijft Gülcan Kahraman in haar bespreking.
Valentijn Hoogenkamp – ‘Het aanbidden van Louis Claus’ (De Bezige Bij)
“Hoogenkamp stopt de subtiliteit niet alleen in de zinnen, maar ook in de zorgvuldige compositie”, schrijft Maarten Dessing.
Jilt Jorritsma – ‘Was’ (Lebowski)
“Hier moet geen mysterieuze moord worden opgelost, maar gaat het om het mysterie van het leven zelf”, noteert Dirk Vandenberghe.
Tobi Lakmaker – ‘De geschiedenis van mijn seksualiteit’ (Das Mag)
“Lakmakers tekst lijkt tegelijkertijd een toegeving aan en een verzet tegen het schrijven”, merkt Tine Kempenaers op.
© Lenny Oosterwijk
Vincent Merjenberg – ‘De grijzen’ (Atlas Contact)
“Merjenberg schrijft een uiterst ingetogen Nederlands, waardoor de aandacht volledig op de doorwrochte vertelling ligt”, analyseert Lodewijk Verduin.
Joost Oomen – ‘Het Perenlied’ (Querido)
“Speels en boordevol heerlijke fantasieën”, zo klinkt het romandebuut van deze Nederlandse schrijver en performer volgens Dirk Vandenberghe.