Continuïteit en discontinuïteit in de naoorlogse geschiedenis van Nederland
(Ernst H. Kossmann) Ons Erfdeel - 1985, nr 5, pp. 659-668
Uitgangspunt van dit artikel is de vraag of de Tweede Wereldoorlog een breuk heeft gevormd in de geschiedenis van Nederland. In 1945 en de eerste jaren daarna dachten velen dat het inderdaad zo was, of zou moeten zijn. In het werk van Lou de Jong over de Tweede Wereldoorlog komt die houding tot uiting. Toen in de jaren zestig de provo-beweging op de voorgrond trad, verkondigde die een totaal ander standpunt: het kwaad dat in 1945 werd bestreden, was er nog steeds, dus de oorlog vormde geen breuk in de geschiedenis. Deze visie zal in de loop der jaren door verschillende auteurs en historici overgenomen worden. De auteur bekijkt het probleem ook vanuit een andere invalshoek, nl. die van de bevrijding. De hoop op vernieuwing werd vlug de grond in geboord, de oude gevestigde machten namen hun plaats weer in en de verzuiling hernam haar gewone loop. Vanaf de jaren zestig veranderde dit: er was de deconfessionalisering, de ontkerkelijking en de ontzuiling. Niettemin bleven in het rumoer van de jaren zestig rustige centrum-rechtse kabinetten aan de macht. Vandaar dat de auteur besluit dat de term continuïteit waarschijnlijk nuttiger is als wij de dingen in hun juiste context willen zien.
Verder lezen?
Dit is een artikel waarvoor je moet betalen. Koop dit artikel of neem een abonnement om toegang te hebben tot alle verhalen van de lage landen.
Reactie plaatsen
Aanmelden